Nieuws

Regio Arnhem Nijmegen heeft weinig ruimte voor windturbines

Regio Arnhem Nijmegen heeft weinig ruimte voor windturbines.
Regio Arnhem Nijmegen heeft weinig ruimte voor windturbines. © Omroep Gelderland
NIJMEGEN - Waar moeten de windturbines en zonnevelden komen die nodig zijn voor de energietransitie? Dat is de grote uitdaging die de zestien gemeenten in de regio Arnhem Nijmegen aangaan bij de zogenoemde Regionale Energie Strategie (RES).
Voorzitter van de regiegroep is de Nijmeegse wethouder duurzaamheid Harriët Tiemens. Pikant detail: de Waalstad zelf heeft de minste mogelijkheden voor windmolens en zonnevelden. Voor windturbines is bovendien veel minder plek, terwijl die hard nodig zijn om een evenwichtige verdeling te maken tussen wind- en zonne-energie.
De eerste Regionale Energie Strategie (RES 1.0) Arnhem Nijmegen is onlangs door alle alle betrokken gemeenten vastgesteld. Daarin staat globaal hoe deze regio bijdraagt aan de landelijke ambitie om in 2030 35 TWh duurzame energie op te wekken.
TWh staat voor terawattuur. 1 TWh= 1.000.000.000 kWh. Wattuur (Wh) is een eenheid waarin we elektrische energie uitdrukken. Watt is het vermogen en wattuur de hoeveelheid vermogen in een uur. Dus: als een windturbine met een vermogen van 5,6 MW een uur heeft gedraaid, dan heeft hij 5,6 megawattuur (MWh) opgewekt.

Veel werk aan de winkel

Je kunt de landelijke opgave van 35 TWh op verschillende manieren vertalen naar de regio Arnhem Nijmegen; bijvoorbeeld op basis van het aantal inwoners, de oppervlakte of de energievraag. Afhankelijk van de methode zou deze regio dan 0,6 tot 1,5 TWh moeten bijdragen. De huidige plannen (RES 1.0) gaan uit van 1,62 TWh. Met dit bod zet de regio Arnhem Nijmegen een eerste stap op weg naar de Gelderse doelstelling van 55% CO2-reductie in 2030.
Er is nog wel een hoop werk aan de winkel. Met name wat windturbines betreft bevindt Harriët Tiemens zich als voorzitter van de RES Arnhem Nijmegen in een lastig parket. Want juist haar gemeente heeft de minste mogelijkheden om windturbines neer te zetten en ook voor zonnevelden is maar beperkt ruimte. “Daarom stelt Nijmegen zich ook uiterst nederig op”, zegt Tiemens.
Ze benadrukt wel dat Nijmegen met de vier windmolens bij Nijmegen-Noord en de twee geplande turbines op het ENGIE-terrein (van de voormalige kolencentrale) toch al zes windturbines bijdraagt. Bovendien komen er dit najaar nabij bedrijvenpark Bijsterhuizen nog eens 90.000 zonnepanelen bij. En ook bij windpark Nijmegen-Betuwe komen zonnepanelen.

Verhouding wind/zon blijft pijnpunt

Toch blijft de verhouding tussen windenergie en zonne-energie een moeilijk punt in de regio Arnhem Nijmegen. Idealiter is die verhouding 50/50 zodat er zo min mogelijk pieken en dalen zijn. Dan hoeft de netbeheerder minder zware infrastructuur aan te leggen voor de pieken wat aanzienlijk in kosten scheelt. En zo lang er geen goede opslagtechnieken zijn voor zulke grote hoeveelheden stroom moeten beide bronnen elkaar zo veel mogelijk aanvullen.
Bij de eerste plannen voor de RES Arnhem Nijmegen was die verhouding wind/zon erg scheef; 3/97. Daarna zijn de zoekgebieden waar mogelijk windturbines kunnen komen uitgebreid, waardoor nu een verhouding mogelijk is van 11/89 en mogelijk zelfs 20/80. Maar dat betekent wel dat er naar gebieden gekeken wordt die gemeenten eerder niet in beeld hadden voor windturbines en/of zonnevelden. In Druten en Zevenaar zijn ze daar nog huiverig voor.

Burgers zo veel mogelijk laten delen in lusten

Eén van de uitgangspunten voor windturbines in de regio Arnhem Nijmegen is om ze bij elkaar te zetten in een aantal gebieden. Daarmee voorkom je versnippering van losse windmolens door het hele gebied.
Een ander uitgangspunt is dat de voordelen van de windturbines zo veel mogelijk ten goede moeten komen aan de inwoners. Er wordt gestreefd naar 50% lokaal eigendom; zo is een aantal Nijmegenaren nu al mede-eigenaar van windpark Nijmegen-Betuwe en worden er binnenkort aandelen uitgegeven voor het zonnepark dat daarbij wordt aangelegd.

Zenuwachtig van dichtdraaien gaskraan

Een andere belangrijke opgave is het verwarmen van huizen en bedrijven. “Ik word best zenuwachtig als ik bedenkt dat in 2030 de gaskraan in Nederland wordt dichtgedraaid. Er moet nog veel werk verzet worden”, zegt Tiemens.
Nu al zijn er warmtenetten zoals dat in Nijmegen-Noord waarbij de restwarmte van vuilverbrander ARN in Weurt wordt gebruikt om huizen te verwarmen. De komende jaren moeten die netten uitgebreid worden en wordt er gezocht naar nieuwe bronnen.
“Ik hoor vaak kritiek van mensen over die warmtetransitie. Maar wat willen ze dan? Zelfs als het je niet om het klimaat gaat, moet je toch een alternatief verzinnen voor als de gaskraan in 2030 dichtgaat. Anders moet je gas importeren uit Rusland en je wilt toch niet afhankelijk zijn van zo’n land?”, aldus de Nijmeegse wethouder.