Nieuws

Regio's leggen ei over duurzame energie: 'Meepraten is niet gelijk krijgen'

Burgers kunnen meepraten over de Regionale Energie Strategie (RES).
Burgers kunnen meepraten over de Regionale Energie Strategie (RES). © Pixabay.
ARNHEM - Zes Gelderse regio's presenteerden deze week de eerste versie van hun Regionale Energie Strategie. Daarin staat hoe zij verwachten in 2030 hun CO2-uitstoot met de helft terug te schroeven. De afgelopen jaren is veel gepraat over de strategie, maar toch klinkt er kritiek; burgers zouden er niet genoeg bij betrokken zijn. Universitair docent Sanne Akerboom is specialist in de energietransitie en pleit voor een korte pauze.
Met de Regionale Energie Strategie is het de bedoeling dat in Nederland veel groene stroom wordt opgewekt. Nederland is daarvoor verdeeld in dertig regio's, die allemaal hun eigen doelstelling hebben opgesteld. De regio's blijken ambitieus: samen hebben ze voorstellen gedaan voor het opwekken van nog veel méér duurzame energie dan eerder beoogd.
Gelders gedeputeerde Jan van der Meer is trots. "In Gelderland hebben we zes regio's en als je de plannen van die regio's bij elkaar optelt, kom je op ongeveer 6,5 terawattuur aan groene stroom. Dat is een flinke hoeveelheid."
Op dit moment zijn de plannen nog niet overal heel concreet. De meeste regio's hebben zoekgebieden aangewezen waar mogelijk later zonneparken of windmolens komen. "Eerst hebben we onderzocht wat er mogelijk is binnen het bestaande landschap. Nu moeten we al die zaken gaan concretiseren", legt de gedeputeerde uit.
Bekijk onze reportage over de regionale plannen. De tekst gaat eronder verder
Gelderse regio's maken hun energieplannen bekend.

Protest

Maar nu de plannen concreter worden, kan ook het protest groeien. Een belangrijke reden voor het kabinet om de energietransitie uit te besteden aan de regio's, was om meer betrokkenheid van burgers te creëren. De partijen achter de regionale strategie liet deze week echter weten dat die betrokkenheid nog altijd onder de maat is.

Pauze voor reflectie

Universitair docent Sanne Akerboom denkt daarom dat het verstandig is om nu een korte pauze in te lassen. "Het lijkt me goed om juist nu even te reflecteren op het participatieproces. Zijn burgers genoeg betrokken? En hoe is de sfeer in de regio? Als de sfeer goed is en mensen achter de plannen staan, kun je gewoon doorgaan met het proces. Maar als er veel weerstand is, kan het verstandig zijn om eerst met die mensen in gesprek te gaan."
Sanne Akerboom over burgerparticipatie. De tekst gaat verder onder de video
Meer over meepraten over energieplannen.

Meepraten is niet 'gelijk krijgen'

Akerboom noemt participatie een lastig begrip. "Participeren betekent niet dat je je gelijk krijgt. Het gaat erom dat je hebt mee kunnen praten over besluiten. Overheden vinden het soms ook nog lastig om participatie vorm te geven, maar het is wel een heel belangrijk proces. Door samen te praten, door informatie in begrijpelijke taal beschikbaar te stellen en door enquêtes te houden, vergroot je niet alleen de betrokkenheid, je verlaagt ook bijna altijd de weerstand tegen de nieuwe plannen."

Inspreken

Er komen volgens Akerboom sowieso nog momenten dat burgers van zich kunnen laten horen, bijvoorbeeld bij wijziging van bestemmingsplannen. "En bij vergunningtrajecten mogen burgers altijd inspreken. Maar het is verstandiger als die mogelijkheid er al eerder is. Ik raad daarom overheden ook aan om nu een concreet plan over uit te werken hoe de komende jaren participatie plaatsvindt rondom de RES. Dan weten burgers ook waar ze aan toe zijn, wat ze van de overheid kunnen verwachten."
Van der Meer begrijpt de zorgen. "Ik denk dat het proces goed is doorlopen. Veel mensen hebben nu meer kennis over groene energie. Natuurlijk moeten we de komende tijd bezig met de burgerparticipatie. Maar we moeten ook door met dit proces, want we hebben nog maar negen jaar tot aan 2030. Voor die tijd moeten plannen uitgewerkt zijn, vergunningen verleend, en windmolens of zonneparken gebouwd."