Nieuws

Zo werd Buren gerestaureerd: 'Het verleden is op een zinvolle manier bewaard'

BUREN - Tot ver in de vorige eeuw was Buren een vervallen boerenstad. Dit weekend verschijnt het boek 'De rijkdom van een arme stad', waarin Burenaren Menno Schenke en Coosje Berkelbach beschrijven hoe de stad in de tweede helft van de vorige eeuw een monumentale parel werd.
"Het was armoe troef", vertelt Coosje Berkelbach over het Buren van vlak na de Tweede Wereldoorlog. "Veel woningen waren totaal verkrot. Mensen woonden met een groot gezin in een klein huisje, zonder waterleiding of riool. De gier van de stadsboerderijen liep zo de straat in."
Met Menno Schenke maakte ze een boek over de restauratie van die oude stad. Een klus waar de kiem voor werd gelegd met het aantreden van burgemeester Rudolf van Sandick in 1946. Samen met restauratie-architect Kees Royaards ontwikkelde hij het plan om de stad als geheel te behouden.
Bekijk hier de reportage (tekst gaat daaronder verder):
Zo werd Buren gerestaureerd: 'Het verleden is op een zinvolle manier bewaard'
De architect had goede banden met Monumentenzorg. De burgemeester zocht op allerlei manieren naar geld voor het plan. In Buren geen was daar geen sprake van, dus zocht hij in Den Haag aansluiting bij de steun om de oorlogsschade in veel steden te herstellen. Decennia later kwam er veel geld beschikbaar in het kader van saneringsplannen voor oude binnensteden.
"Bijna dertig jaar heeft het geduurd voordat de restauratie ook daadwerkelijk klaar was", vertelt Berkelbach. "De kracht van deze twee mannen is dat ze het nooit gesloopt hebben. Ze hebben altijd hun poot stijf gehouden."

'Vreselijk veel gesloopt'

En dat is best uniek, weet collega-auteur Schenke. "Er is in heel veel steden in Nederland in de jaren zestig en zeventig vreselijk veel gesloopt", vertelt hij. "Alsof ze weer bommen gooiden. Die enorme kraters werden vaak opgevuld zonder enige samenhang en zonder gevoel voor wat er was. Dat is in Buren niet gebeurd. Men heeft hier het verleden bewaard maar op een zinvolle manier."
Om dit voor elkaar te krijgen kocht de gemeente 80 procent van de woningen binnen de stadsmuur op om ze te restaureren. "De echte restauratie begon in 1974", vertelt Schenke. "Voor die tijd was wel het stadhuis gerestaureerd, de kerk en de molen maar daar wonen geen mensen in. Daar kon gewerkt worden. Nu moesten mensen hun huis uit en waar moet je dan naartoe?"
Daarvoor werd de nieuwbouwwijk de Appelenboomgaard buiten de stadsmuur gebouwd. Berkelbach: "De mensen die hier vandaan kwamen die konden dan terecht in een huis waar de waterleiding het deed, waar riolering was; dat had je hier allemaal niet."

Sociale transformatie

De restauratie kon uitgevoerd worden en had behalve een uiterlijke transformatie ook een grote sociale verandering tot gevolg. Want toen de gemeente al die gerestaureerde panden weer wilde verkopen liepen ze tegen het probleem aan dat de verkoopprijzen veel te hoog waren geworden voor de inwoners van Buren.
"Ze hebben enorm met die panden in hun maag gezeten", vertelt Schenke. "Begin jaren tachtig zat Nederland in een economische dip, de hypotheekrente was gemiddeld 13,4 procent. Dat was voor veel mensen een enorm probleem. Funda bestond niet, ze moesten het hebben van affiches en advertenties. Uiteindelijk organiseerde de gemeente ook veilingen waarbij gerestaureerde huizen met grote verliezen verkocht werden."
En zo is er veel 'import' in Buren gekomen uit bijvoorbeeld Utrecht en Rotterdam. "Die mensen komen wonen in een stad die eigenlijk niet van hen is", zegt Schenke. "Daardoor is in Buren een open atmosfeer gekomen met de mentaliteit van een grote stad. Maar tegelijkertijd met de oude normen en waarden van dat je meedoet en voor elkaar zorgt."