Nieuws

Ellen woont al sinds haar eerste in 'Vorden, het mooiste plekje'

Ellen bij Kasteel Vorden.
Ellen bij Kasteel Vorden. © Omroep Gelderland
VORDEN - Vorden, dat is volgens Ellen Tromp het mooiste plekje van Gelderland. Ze is er geboren en getogen en nog steeds woont ze er met veel plezier, samen met haar gezin. Ze geniet van de acht kastelen die het dorp rijk is en alle toeristen die erop af komen: “Vroeger zei ik altijd dat ik niet in zo’n dorp blijf wonen, maar gaandeweg zie je eigenlijk wat de mooiigheid en de schoonheid ervan is.”
Als Ellen het over Vorden heeft, kan ze de fonkel in haar ogen maar moeilijk verbergen: “Vorden is gewoon een prachtige plaats. We hebben heel veel toeristische dingen, een ontzettend leuk centrum met heel veel fijne restaurants en cafés en onze acht kastelen. Ik ben al vanaf mijn eerste hier en ik geniet ook van de rust. Als ik in de grote stad ben vind ik het heerlijk om daar een week of twee te zijn, maar als ik dan terug rij, geniet ik hier weer van de rust en het groen.”

Prachtige herinneringen

Die rust en dat groen kan Ellen het beste vinden bij Kasteel Vorden, een van de acht kastelen. Ze loopt daar graag het Zichtlaantje af - een laan met zicht op het kasteel - om vervolgens door de kasteeltuinen te struinen. Daar liggen ook herinneringen voor haar: “Vroeger was dit het gemeentehuis en kon je hier ook trouwen. Hier ben ik ook getrouwd met mijn man. Ik had ook een vriendinnetje op de lagere school, wiens vader op het kasteel werkte. We speelden toen veel in de kasteeltuinen; prachtige herinneringen.”
Bekijk hier de reportage. De tekst gaat daaronder verder.
'Vroeger zei ik altijd: Ik blijf echt niet in dit dorp wonen'

Aubade

Terwijl ze enthousiast het bruisende centrum laat zien, herinnert Ellen zich hoe ze als klein meisje op het dorpsplein moest opdraven voor de aubade: “Hier worden de Koningsspelen geopend, toen heette het nog Koninginnedag. Dan kwam je met alle schoolkinderen hier om het Wilhelmus te zingen en het Vordens volkslied. Het Vordens volkslied gaat over de acht kastelen waar ons dorp bekend om is.”
Een paar meter verderop staat de basisschool waar ze vroeger les kreeg. Wanneer ze er langsloopt komen ook daar weer herinneringen bovendrijven: “Vroeger heette het de openbare lagere school, nu gewoon de dorpsschool. Er was toen een enorme zolder en wat wij als kinderen heel stoer vonden, was dat daar alle veldbedden lagen voor als er een ramp zou komen. Als je er nu over nadenkt stelde het niks voor, maar toen vonden we het heel bijzonder dat onze school dat had.”