Kleine rijscholen willen meer coronasteun: 'We gaan kopje onder'

"Als er niet snel iets verandert, ga ik straks kopje onder", vertelt rijschoolhouder Frank Sesink uit Lievelde. Al vele jaren heeft hij een goed lopende rijschool. Tijdens de eerste lockdown kon de rijschoolhouder nog wel aanspraak maken op verschillende steunmaatregelen. "Ik kreeg 4000 euro via de TOGS-regeling (Tegemoetkoming schade, red.) en 1500 euro van de TOZO (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers, red.).”

Het kabinet heeft vorige week meer coronasteun toegezegd aan ondernemers die door de lockdown in de problemen komen, maar nu vallen veel rijschoolhouders niet meer binnen deze steunmaatregelen. "Ik moet aan teveel voorwaarden voldoen om daarvoor in aanmerking te komen", zegt Sesink. "Dat vind ik ronduit schandalig. Je kan geen steunpakketten toezeggen waar tachtig procent van de rijscholen niet onder vallen."

Ook rijschoolhouder Henny Leenen valt buiten de boot. Hij heeft zijn spaarrekening moeten aanspreken om te kunnen overleven. "Dat voelt als heel pijnlijk", zegt Leenen. "Het wordt spannend of ik er over een paar maanden nog ben."

Leenen wil dat de overheid ervoor zorgt dat rijscholen niet gaan omvallen. "We mogen van de regering niet werken, dat is begrijpelijk. Maar zet er iets tegenover", aldus Leenen. "Steun zodat ik mijn vaste lasten kan blijven betalen."

Het kabinet heeft donderdagmiddag in een debat met de Tweede Kamer het minimumbedrag om in aanmerking te komen voor subsidie van de vaste lasten verlaagd van 3000 euro naar 2000. Volgens Sesink haalt deze maatregel niet veel uit. "Veel kleine rijscholen komen niet aan dat bedrag, dus vallen we er weer buiten."

Brancheorganisatie Vereniging Rijschool Belang (VRB) vindt dat het kabinet meer maatwerk moet bieden. "Het kabinet moet kijken naar deze vergeten groep", zegt voorzitter Jos van Zuylen. Volgens Van Zuylen kan de rijschoolbranche niet vergeleken worden met de horeca of bijvoorbeeld de evenementenbranche.

"Tachtig procent van de rijschoolhouders zijn eenmanszaken. Ze hebben vaak netjes op de zaak gepast, maar vallen nu buiten alle steun van de overheid." Van Zuylen verwacht dat faillissementen onvermijdelijk zijn. "Voor enkelen komt de steun te laat en gaat het water over de lippen reiken. Ik heb geen idee hoeveel dit er zullen zijn."

Rijschoolhouder Sesink heeft de afgelopen jaren enige reserves opgebouwd, maar is op het punt aangekomen dat de spaarrekening moet worden aangesproken. "Dat is best een ding", zegt Sesink. "Daar heb je jarenlang van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat voor gewerkt en straks is dat wellicht weg. Ik moet misschien wel weer vanaf nul beginnen."

"Ik zie het somber in als er geen vergoeding komt", zegt Leenen. "Ik kan de hypotheek en de belasting nog opschorten, maar uiteindelijk moet de rekening alsnog betaald worden. Er moet echt wat gaan gebeuren. Dat zou wel fair zijn."

De kleine rijschoolhouders richten zich nu op de TONK-regeling (Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten). Het kabinet heeft hier 130 miljoen euro voor toegezegd en verwacht vanaf 1 februari met de uitwerking richting gemeenten te kunnen beginnen.