Nieuws

Bijzonder oorlogsverhaal: Joodse arts hielp Duitse soldaten

Het bijzondere verhaal van arts Alfred Behrendt.
Het bijzondere verhaal van arts Alfred Behrendt. eigen foto/Omroep Gelderland. © Eigen foto/Omroep Gelderland
HOENDERLOO - Een Joodse arts die Duitse militairen verzorgt in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Het lijkt onwerkelijk, maar is waargebeurd. Zijn inmiddels 90-jarige zoon Hans Heinz Behrendt en boekenschrijvers Jenneke Hiensch en Paul van Lunteren vertellen het bijzondere verhaal van angst en plichtsbesef aan Omroep Gelderland.
Het speelde zich allemaal af tussen september 1944 en april 1945 in en rond het zogenoemde Dienstgebouw op Nationale Park de Hoge Veluwe. Het gebouw bestaat dit jaar 100 jaar, maar slechts weinig mensen weten wat er hier in de Tweede Wereldoorlog gebeurde. "Bijna iedereen denkt dat alles zich afspeelde in het Kröller-Müller Museum dat als noodziekenhuis ingericht was voor de drie ziekenhuizen in Arnhem", vertelt Jenneke Hiensch.

'In mijn hart ben ik doodsbang'

Maar in het Dienstgebouw, enkele kilometers verderop, gebeurde ook van alles. Vanaf september 1944 was er een kraamkliniek gevestigd en in maart en april 1945 werden er Duitse militairen verpleegd. De Duits-Joodse arts Alfred Behrendt vervulde er een belangrijk rol. De spanning om als Jood ontdekt te worden door Jodenhatende Duitsers in dit bezette gebied was voelbaar, blijkt uit het dagboek dat hij bijhield.
Bekijk de video. De tekst gaat daaronder verder.
Bijzonder oorlogsverhaal: Joodse arts hielp Duitse soldaten
Zo schreef Alfred dat er wel eens Duitse militairen over de vloer kwamen. "In mijn hart ben ik doodsbang dat ze iets gewaar worden!", staat in het dagboek. "Daarom zocht ik hun gezelschap, om zo onopvallend mogelijk te schijnen. Zij merken niets, integendeel, schimpen in hun gesprekken lustig op de Joden."

Jodenster af, doktersjas aan

Waarom was hij bang? Alfred Behrendt was volbloed Joods, maar hij was getrouwd met een christelijke vrouw en was ook zelf bekeerd tot het christendom. Dat was in principe genoeg om niet op transport gezet te worden naar een vernietigingskamp. Maar de sfeer was erg grimmig geworden in de laatste oorlogsmaanden. "Ze hadden geen garantie meer dat ze beschermd zouden worden", vertelt historicus Paul van Lunteren die samen met Hiensch het boek "Uit nood geboren” De taak van de Joodse arts A. Behrendt schreef.
Daarom besloot de Joodse arts bij hun vertrek uit het gevaarlijk geworden Arnhem, maanden daarvoor, de verplichte Jodenster al af te doen. Volgens zijn zoon Hans was dat maar goed ook. "Je was wel gek als je met die ster bleef lopen", zegt hij. "Dat was om moeilijkheden vragen, dan was hij door een of andere halve gare gearresteerd of doodgeschoten."

Plichtsbesef

Alfred verruilde de ster voor een doktersjas. "Hij hoopte dat dat zijn bescherming zou zijn, en dat is uiteindelijk ook gebleken", concludeert Van Lunteren na zijn onderzoek. "Hij hielp zonder aanzien des persoons iedereen, of het nou een Duitser of een Nederlander was", vertelt mede-schrijver Hiensch met bewondering voor de arts wiens beide ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog werden omgebracht.
Vooral in de laatste dagen van de oorlog heeft Behrendt heel wat Duitse militairen verpleegd. In de nacht van 16 op 17 april 1945 is er een hevige veldslag, de slag om Otterlo. De Canadezen blijken te sterk en de Duitsers strompelen die nacht met tientallen zwaargewonde kameraden door de bossen van de Hoge Veluwe. Het eerste gebouw dat ze tegenkomen, is dat het Dienstgebouw, en daar vinden ze de hulp van dokter Behrendt.

'Verschrikkelijkste oorlogsverwondingen'

"Ik was overal bij en heb de verschrikkelijkste oorlogsverwondingen gezien", vertelt Hans, die destijds tiener was. "Er was er een waarvan de zijkant helemaal weggeslagen was door een granaatsplinter. Zijn long puilde uit en zag ik bewegen. En er was een majoor van wie de gezichtshelft was weggeschoten. Net een soort doodskop." Vader en moeder Behrendt hebben samen met de andere aanwezigen de Duitse militairen verzorgd.
De Duitse machten hadden zich overgegeven en ook Hoenderloo was vrij, al waren de geallieerden het onopvallende Dienstgebouw voorbijgegaan. Zoon Hans ging water halen voor alle slachtoffers. Hij moest van zijn vader een tekst uit het hoofd leren voor als hij geallieerden tegenkwam. Hij kan het anno 2020 nog steeds opnoemen: "We have in our hospital twenty-five wounded German soldiers, twenty severely wounded and five lightly wounded. Please send us a medical ambulant hospital service as soon as possible." Hij trof vier Canadese patrouilles en gaf de boodschap door.

Nooit geweten

Hulp kwam. En bij het vertrek van de Duitse militairen werd duidelijk dat ze nooit beseften dat Joden zojuist hun leven hadden gered. De majoor bracht bij zijn vertrek zelfs nog de Hitlergroet. "Herr Doktor, Frau Doktor, in Nahmen meiner Kameraden, danke ich Ihnen für alles was Sie für uns getan haben", klonk het terwijl de man strak in de houding stond. De Joodse arts Alfred had een brok in zijn keel.
In het boek “Uit nood geboren” De taak van de Joodse arts A. Behrendt staat het verhaal van de familie Behrendt opgetekend. Het is geschreven aan de hand van Alfred zijn dagboek en uitgebreid historisch-onderzoek. Het boek staat vol bijzondere - voor het grote publiek onbekende - verhalen over de functie van het Dienstgebouw als kraamkliniek en tijdelijk hospitaal op de Hoge Veluwe.