Nieuws

Nijmegen wil Hilckmann-dossier geheimhouden

NIJMEGEN - Het college van Nijmegen is niet van plan de geheime stukken in het dossier Hilckmann vrij te geven. De advocaat van de slachthuis had hierom gevraagd door middel van een WOB-verzoek (Wet Openbaarheid van Bestuur), maar het college vraagt aan de gemeenteraad de geheimhouding intact te houden.
Hilckmann ligt al sinds sinds 2016 in de clinch met de gemeente, over de 21 miljoen euro die Nijmegen had overgemaakt aan het slachthuis voor verplaatsing naar Haps met behoud van werkgelegenheid. Maar begin 2016 trok Hilckmann de stekker eruit. In oktober 2017 oordeelde de rechtbank dat Hilckmann 7,5 miljoen moet terugbetalen.

Geheimhouding

Sindsdien zijn er voortdurend rechtszaken tussen het slachthuis en de gemeente Nijmegen. In de zomer van 2016 stelde het college een overzicht op van alle gebeurtenissen die vooraf gingen aan die ruzie en vroeg de gemeenteraad om geheimhouding, omdat de gemeente daardoor in financiële zin benadeeld zou kunnen worden.
In het najaar van 2016 werd een deel van die geheimhouding opgeheven, maar Hilckmann heeft voor de rechter geëist dat alle stukken openbaar worden. Nadat de rechter die eis heeft afgewezen, heeft Hickmann een WOB-verzoek ingediend.

'Oneigenlijk gebruik WOB-verzoek'

Maar daar is een WOB-verzoek, volgens het college, niet voor bedoeld. Bij de beoordeling van een WOB-verzoek gaat het namelijk om het belang van algemene openbaarmaking en niet om het belang van één partij zoals het slachthuis, schrijft het college aan de raad. Wethouder Noël Vergunst: 'Als we alle informatie aan Hilckmann zouden geven, zouden we die ook met de pers moeten delen en dat willen we niet.'

Nadelig voor toekomstige onderhandelingen

Want volgens Vergunst mag met name de verhouding tussen de projectontwikkelaar (Bouwfonds Property Development) en de gemeente niet naar buiten, omdat dit nadelig kan zijn toekomstige onderhandelingen met marktpartijen.
'De gemeente heeft er immers belang bij dat niet openbaar wordt tot welke afspraken de gemeente bereid is te komen bij grondexploitatie, welke afweging daarin wordt gemaakt en wat de onderhandelingspositie van de gemeente is.'