Nieuws

Omgevingsdienst blundert bij stilleggen bouwproject om vervuilde grond

Omgevingsdienst Rivierenland heeft geblunderd in het optreden tegen vermeende vervuiling van opgebrachte grond aan de Passewaaijse Hogeweg in Tiel. De bezwarencommissie constateert dat het werk ten onrechte is stilgelegd en dat de eisen die aan de grond gesteld werden niet deugen. © Omroep Gelderland
TIEL - Omgevingsdienst Rivierenland heeft geblunderd in het optreden tegen vermeende vervuiling van opgebrachte grond aan de Passewaaijse Hogeweg in Tiel. De bezwarencommissie constateert dat het werk ten onrechte is stilgelegd en dat de eisen die aan de grond gesteld werden niet deugen.
Aan de Passewaaijse Hogeweg moet een zogenoemde buitenplaats verrijzen met luxueuze woningen in een openbaar park. Het bedrijf Harteman bracht er eind 2018 grond op om het terrein bouwrijp te maken. Dit werk werd in oktober stilgelegd door de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) omdat er zichtbaar stukken glas, puin en asbestverdacht materiaal in zaten.
De ODR voert namens de gemeenten in de regio bouw- en milieutaken uit. Het terrein werd afgesloten en zelfs gecertificeerde onderzoekers die door Harteman in de arm waren genomen, werd de toegang ontzegt. Eind maart 2019 werd aan Harteman een dwangsom opgelegd om hem te bewegen de grond te zeven. Hij maakte bezwaar tegen de besluiten.

Geen spoedeisend belang

De bezwarencommissie begrijpt weinig van de gevolgde procedure rond het stilleggen van de werkzaamheden en concludeert dat er geen goede rechtsgrond voor was. Alleen al het gegeven dat het terrein ruim vier maanden op slot zat om tot een tweede besluit te komen, geeft volgens de commissie aan dat er geen spoedeisend belang was.
Op de constatering dat de grond vervuild zou zijn met onder meer glas en asbest, is volgens de commissie ook veel af te dingen. De ODR heeft op basis van visuele waarneming van de stukken glas en puin besloten te handelen, al voldeed de grond bij de keuring gewoon aan de normen.

Nota biedt onvoldoende rechtszekerheid

De organisatie doet dat op basis van de Nota bodembeheer Rivierland die door de verschillende gemeenteraden is vastgesteld. Daarin staat dat er in grond een percentage van 20 procent bodemvreemd materiaal mag zitten, mits dat in de ontvangende grond niet minder is en de functie van het perceel dit toelaat.
Op dat laatste beroept de ODR zich: de grond voor woningen en tuinen mag geen zichtbare stukken glas en vermoedelijk asbest bevatten. Zo'n open norm die door het bevoegd gezag per geval wordt bepaald, biedt onvoldoende duidelijkheid en rechtszekerheid, stelt de bezwarencommissie. Er kan volgens de commissie best een goede rechtsgrond zijn om glas in grond voor woningen te voorkomen, maar deze heeft de ODR niet aangevoerd. Volgens de landelijke regels mag er 20 procent bodemvreemd materiaal in de grond zitten en daar voldoet hij aan.
Ook wat betreft het vermoedelijke asbest kan de regio niet zomaar eigen regels toepassen. In de regionale nota staat dat grond per kilo maximaal 100 milligram asbest mag bevatten. Dat is in landelijke regelgeving ook zo. Maar de regio heeft daaraan toegevoegd dat asbest niet visueel waarneembaar mag zijn.
Aan de oppervlakte mag dus geen asbest zijn, daaronder wel. Dit is volgens de ODR om te voorkomen dat er onrust ontstaat in de omgeving over vervuiling van de grond. Zo'n bepaling mag volgens de commissie niet. Een gemeenteraad mag alleen aanvullende regels stellen om de kwaliteit van de bodem en het milieu te beschermen. Niet om andere redenen zoals het voorkomen van onrust.

Betere onderbouwing

Al met al concludeert de commissie dat Harteman gelijk heeft in zijn bezwaar. Het werk is ten onrechte stilgelegd en hij hoeft de grond niet te zeven. De commissie geeft aan dat de besluiten met een betere onderbouwing en motivering misschien wel in stand kunnen blijven.
Het college van de gemeente Tiel heeft dinsdag besloten deze suggestie niet op te pakken. Het vergt meer juridisch advies en de uitkomst is onzeker. Om nu duidelijkheid te verschaffen worden de besluiten ingetrokken en de proceskosten vergoed. Het is niet duidelijk wanneer het werk aan de Passewaaijse Hogeweg ook echt verder kan. Harteman moet hierover in gesprek met de eigenaren van het perceel die achter het besluit van de ODR stonden.
Een woordvoerder van het bedrijf laat weten dat de vraag of er nog een claim voor geleden schade komt sterk afhangt van die discussie.