Reacties op top 10 zorgbedrijven met hoogste winst

2018: omzet 1.089.912 euro, winst 408.315 euro (37,5%), 7 fte (aantal voltijdsbanen) personeel.
2017: omzet 2.602.201 euro, winst 1.276..780 euro (49,1 %), 15 fte personeel.
Salaris directeur 1 99.940 euro, salaris directeur 2 90.576 (beiden 1 fte).
In 2017 750.000 winstuitkering aan andere bv op naam van de directeuren/eigenaren.
In 2018 is het bedrijf opgesplitst in PPP B.V. en PPPK&J B.V. , speciaal voor de Jeugdzorg.

Reactie Jan van Rooijen, directeur/eigenaar: ,,Ik vind dit ook heel vervelend. Ik heb zelf namelijk ook een mening over publieke gelden en wat Matthijs van Nieuwkerk maximaal mag verdienen. Wie geschoren wordt moet stilzitten, vandaar dat ik besloten heb wel uitleg te geven, maar niet voor een camera.’’
,,In het kort komt het hier op neer: we zijn een heel platte organisatie en doen zo veel mogelijk zelf. Ik werk 80 uur per week en doe daarnaast zelf de administratie en op zaterdag doe ik de tuin van de praktijk. Ik heb meteen een tuinman gebeld, want natuurlijk willen we dit niet meer. Ik heb besloten dat we niet meer beknibbelen op allerlei kosten, onszelf een hoger salaris geven volgens de WNT-norm. en zo de winst uiteindelijk veel lager houden.’’
,,We hebben nooit klachten over onze zorg, sterker: ik durf te zeggen dat we goed staan aangeschreven. Maar om deze zorglijst met winsten heb ik al veel gedoe om gehad, zo ben Ik  bij de gemeente Putten uitgenodigd om aan de wethouder uitleg te geven voor de Jeugdzorg die we leveren. Als we alleen de Jeugdzorg eruit lichten kom ik, na belastingen, voor 2018 uit op een winstpercentage van 7 procent.’’
,, De genoemde winst van € 750.000  is een in de loop van vele jaren opgebouwde winst. PPP vierde vorig jaar haar 25-jarig bestaan. Ddat bedrag niet aan de eigenaren uitgekeerd maar overgeboekt naar de holding en nog steeds beschikbaar. Wij zijn een middelgrote instelling die steeds met de kwaliteit van zorg bezig is, denk hier aan postdoc opleidingen, HKZ- en Keurmerk BGGZ certificering, gebruik van zorgstandaarden en zorgpaden, effectmetingen, gebruik van E-health, hoge tevredenheidspercentage  van 9,6 % in 2018 en een voor de SGGZ  adequate personeelsvulling.’’
,,Of er een maximum aan winst in de zorg moet komen? Persoonlijk vind ik een winst van 10% een goede grens is. Daarom heb ik maatregelen genomen om (veel) meer taken uit te besteden en ook mijn salaris aan de passen aan de WNT norm(in 2017 verdiende ik 45K per jaar).’’

Reactie Aartjan Wissink, directeur/eigenaar : ,, In het resultaat over 2018 is een eenmalige bate opgenomen als gevolg van  een verschuiving uit voorgaande jaren. Een deel van het behaalde resultaat over 2018 is in 2019 weer terugbetaald ten gevolge van de overschrijding van de omzetplafonds. Het positieve resultaat komt onder andere door  de relatief lage huisvestingskosten en een efficiënte inzet van personeel zonder aan de kwaliteit van zorg concessies te doen. Verder hebben de bestuurders er voor gekozen om de bestuurdersbeloning lager te laten zijn dan de wettelijke normering. Daarnaast zijn er ook aanzienlijke inkomsten uit niet verzekerde zorg en elders verrichte werkzaamheden (dus niet ten laste van gemeenschapsgeld).''
,,Het resultaat  na vennootschapsbelasting wordt toegevoegd aan het vermogen van de instelling en wordt besteed om de komende jaren mede investeringen in uitbreiding van locaties te bewerkstelligen.''
,,In 2017 heeft er een aankoop aandelen plaatsgevonden om met tijdig overtollige liquide middelen een redelijk rendement te behalen bij een bancaire instelling die duurzaam en defensief belegt.''

Reactie Wolter Hagedoorn, directeur/eigenaar: ,,Wij hebben het er moeilijk mee dat onze activiteiten op een weegschaal worden gelegd. Zeker vanuit onze intentie om zo goed mogelijke zorg aan onze cliënten te kunnen bieden. Aan de andere kant begrijpen wij ook dat misstanden in de zorg aan de kaak gesteld moeten worden. Wij houden de kosten van overhead en management heel laag, waardoor we de kosten beperken. We zijn  financieel gezond, ondanks dat een deel van de geleverde zorg soms niet vergoed wordt, bijvoorbeeld omdat het budget overschreden wordt. Cliënten worden door behandeld, waarbij de kosten dan voor rekening van de praktijk komen. Een goede financiële buffer is noodzakelijk omdat de kosten voor de baten uitgaan en een DBC soms pas na één jaar betaald wordt. We moeten dus voorfinancieren en doet dit uit eigen middelen.''
,,Wij krijgen voor de behandelingen de door de overheid vastgestelde vergoedingen. Deze vergoedingen ontvangen wij achteraf, dus na de geleverde zorg. Soms kan het wel een jaar duren voor er door de verzekeraars betaald wordt voor de zorg. Dit is afhankelijk van de duur van de behandeling. Wij staan volledig achter de kwaliteit van de zorg die wij verlenen. Dit wordt bevestigd door de cliënttevredenheid, die hoger is dan het landelijk gemiddelde en het feit dat wij al enkele jaren stabiel in de top vijf staan als het gaat om behandelresultaten en behandeleffectiviteit.''
,,Het is niet aan ons om het zorgbeleid te veranderen en bijvoorbeeld iets te vinden van een maximum winst. Wel willen wij graag een voorbeeld zijn als het gaat om verantwoord omgaan met zorggeld.''

Reactie Peer Ruigendijk, de nieuwe directeur/eigenaar: ,,Meer kleinere GGZ-instellingen, en Vitaal Mensenwerk in het bijzonder,  komen tot een hoger winstpercentage hebben dan de grotere instellingen door de organisatie van het werk. Zo hebben kleinere organisaties, geen of bijna geen managementlagen, zeer beperkt administratieve ondersteuning, geen leegstand van behandelkamers,  geen crisisdienst of 24-uurs zorg en ze zijn zeer effectief en efficiënt ingerichte organisatie van het werk. In bijna alle kleine organisaties is de eigenaar zowel manager als behandelaar. De eigenaar ziet dus zelf ook cliënten, waardoor er kennis is over hoe de zorg in elkaar steekt tot op de werkvloer. Gevolg is dat de organisatie van het werk heel effectief en efficiënt ingericht kan worden. Doordat de eigenaar/manager zelf ook behandeld, is de eigenaar/manager geen kostenpost, maar draagt bij aan het resultaat. In bijna alle gevallen werkt de eigenaar veel meer uur dan de full time 36 die medewerkers werken..’’
,, Het is goed te vermelden dat Vitaal Mensenwerk in 2011 en 2012 in zeer zwaar weer was. Financieel waren er zeer grote tekorten. Kort gezegd, zonder ingrijpen zou Vitaal Mensenwerk failliet gaan. De eigenaar heeft er toen voor gekozen de tekorten bij te leggen uit eigen middelen en zichzelf een zeer beperkt salaris te betalen. Door de financiële situatie is in de jaren 2011 en 2012 gereorganiseerd. Het aantal medewerkers is in die periode via natuurlijk verloop teruggelopen van 15 naar 1. De huurcontracten zijn opengebroken. Vanaf dat punt is weer gebouwd aan de organisatie en elk jaar was er groei. De eigenaar bleef zelf behandelen én alle overige taken uitvoeren.’’
,, Het betekende steeds lange werkdagen voor de eigenaar en ook het weekend werd veelal gewerkt. Het heeft geresulteerd in een mooie organisatie. De anoniem gemeten cliënt/patiënt tevredenheid ligt al enkele jaren rond 8.8. Gelijktijdig blijkt in 2018 dat de groei de werkwijze van de eigenaar heeft ingehaald. Ofwel, het is niet meer te doen en er is ondersteuning nodig. Dit is ingezet in de vorm van een telefoniste, administratief medewerker, een manager en psychologen worden meer ingezet op beleidsontwikkeling, innovatie en dergelijke. Het resultaat over 2019 zal daardoor duidelijk minder zijn dan 2017 en 2018. In 2019 en 2020 zal de verwachte winst ruim onder de 10% liggen bij Vitaal Mensenwerk BV.’’

Reactie Anne Jan Kok, directeur/bestuurder: ,,Vooropgesteld is De Hezenberg een stichting en is er geen sprake van winst maar van resultaat. Dit is een belangrijk verschil omdat er geen winstuitkeringen plaatsvinden in de richting van toezichthouders en bestuurder. In de jaren vóór 2017 heeft de Hezenberg meerdere jaren achter elkaar verliezen geleden. Er zijn door een interim-bestuurder maatregelen genomen, waardoor de organisatie weer een gezonde bedrijfsvoering is gaan ontwikkelen. De ingrepen zijn hard geweest, waardoor er weer een gezonde balans tussen de baten en de lasten is ontstaan. De ingrepen waren:  inkrimping van het management naar zelforganiserende teams zonder managers en stopzetten van investeringen en onderhoud. Deze organisatorische hervormingen leidden tot de resultaten in 2017 en 2018 en worden nu gebruikt om de behandelingen in te richten volgens de meest recente inzichten. We doen dit door meer behandelend en begeleidend personeel aan te stellen, achterstallig onderhoud van de GGZ afdeling uit te voeren en onze lange termijn visie vorm te geven. Met als doel dat De Hezenberg niet teveel afhankelijk is van het politieke en/of economische klimaat, maar op basis van gezonde reserves steeds een relevante bijdrage kan leveren aan de samenleving. Als gevolg van de marktwerking in de zorg, komt ook het vraagstuk naar boven of er een maximum winstpercentage in de zorg moet komen. In onze situatie vind ik dat irrelevant, omdat ons resultaat hard nodig was om weer gezond te worden. Ik vind het wel lastig dat er bij verschillende zorgorganisaties een sterke focus is komen te liggen op het maken van winst voor aandeelhouders. De focus op “lange termijn denken” en “resultaten voor de gemeenschap” komen daardoor gemakkelijker in het gedrang.’’

Reactie directeur Arienne Versendaal: ,,We hebben een lage overhead: er is  één bestuurder, die onder de vastgestelde norm betaald wordt.  Tevens is de directeur direct meewerkend in de zorg, naast de bestuurlijke taken. Dit betekent dat dus ook de directeur diensten op een woonlocatie draait en ambulante clienten bedient. Er is sprake van een zeer platte organisatie: de 2 teamleiders die er zijn draaien diensten op de woonlocaties en draaien declarabele uren bijvoorbeeld in de ambulante dienstverlening. Daarnaast zijn we ons bewust van kosten, er wordt geen geld over de balk gegooid in de vorm van een duur kantoor of bedrijfswagens. Stichting Breder kent geen vergadercultuur, er wordt effectief vergaderd en alle medewerkers zijn zich bewust van de kosten van niet declarabele uren. Alle winst blijft binnen de stichting.’’
,, Alle winst komt ten goede aan clienten. Afgelopen jaar is er een locatie aangekocht om de opvang van jongeren die uit kunnen stromen uit de 24 uurs zorg van Breder. Zo zorgen wij ervoor dat het geld ten goede komt aan cliënten en meteen is dat een verlaging van zorgkosten voor de gemeente.’’
,,Of er een maximum aan de winst moet zijn? Er zou een prijs moeten zijn voor bestuurders die hun organisaties strak en zonder veel overheadskosten besturen, waarbij het personeelsverloop laag is en de clienttevredenheid hoog. Alle organisaties krijgen hetzelfde tarief voor hun diensten, winst of verlies maken is dus een kwestie van goed organiseren.’’
 

Reactie directeur Leo Kok: ,,Het positieve exploitatieresultaat komt tot stand door diverse oorzaken. Onze overheadkosten (waaronder managementkosten) zijn heel laag. Dat komt onder meer omdat mijn vrouw en ik als beheerdersechtpaar zelf ook volop meedraaien in de dagelijkse diensten op onze zorgboerderij. We sturen het werk dus ook heel direct aan. Dat is veel efficiënter dan het werken met een extra managementlaag. Dit werk doen we overigens met goede, betrokken werknemers die graag bij ons werken en weinig ziek zijn. Ook dat scheelt veel in de kosten. Verschillende zaken worden ook niet betaald. Wij wonen bijvoorbeeld op De Veenhoeve. Alleen als wij er niet zijn (1x per maand) is er een volgens de CAO betaalde slaapwacht. Voor ons zit dit werk in ons vaste salaris en wordt dus niet extra vergoed. Ook onze Raad van Toezicht werkt bijvoorbeeld pro Deo om hiermee wat terug te doen voor de maatschappij.’’
,,Zorgboerderij De Veenhoeve wordt geëxploiteerd door een Stichting. Er is dus geen eigenaar. Iedereen, dus ook mijn vrouw en ik zijn in loondienst van de Stichting en krijgen volgens de geldende CAO ons salaris. Wat overblijft komt dus uitsluitend ten goede van de stichting zelf en blijft derhalve beschikbaar voor de zorg. Er is een buffer voor onvoorziene risico’s, periodieke investeringen en onderhoudsverplichtingen. Voor het overige vrij beschikbare geld wordt telkens een goede zorgbestemming gezocht. Zo zijn wij bijvoorbeeld zo’n ander halfjaar geleden een nevenvestiging in Woudenberg gestart. Deze heet De Woudhoeve en is geheel gericht op het bieden van geschikt werk aan mensen met een beperking.’’

Reactie eigenaar Bart van Venrooij: ,,Onze holding is eigenaar van een divers aantal bedrijven. Eén daarvan bedient het segment zorg. Dat is de zorgentiteit. Daar komen verzekeringsgelden binnen en daar zijn de zorgmensen in dienst die de geindiceerde zorg aan de bewoners van de diverse Rosorum locaties leveren. De zorgentiteit heeft aan inkomsten in 2018:  2.713.325 euro. Daarvan wordt door Rosorum Zorg bijna 93% aan (zorg-) personeelskosten gemaakt. Een beetje overige kosten (met name voeding inkoop) en er resulteert 4,27% aan netto resultaat onder de streep. Naar onze mening is dat een resultaat wat we graag zien. 4 a 5% staat garant voor een gezonde exploitatie. 93,5% van de inkomsten aan personeel besteden is heel hoog in de sector. Rosorum heeft (gelukkig) slechts beperkte overheadkosten. Er is uit onze zorgentiteit geen dividend uitgekeerd. Niet over 2017 en niet over 2018. De winst komt derhalve ten goede aan onze zorginstelling.''
,,Op uw vraag of er een maximaal winstpercentage zou moeten zijn kan ik in algemene zin lastig antwoord geven. Voor ons geldt dat wij tevreden zijn met een resultaat van rond de 4 a 5% als het gaat om pure zorgactiviteiten en dat streven we ook na in 2019 en 2020. Het is aan bestuurders van een organisatie om te beoordelen of dat in bepaalde jaren anders moet zijn in het belang van de organisatie. Voor andere activiteiten waar in het geheel geen publieke gelden mee gemoeid zijn gelden dergelijke percentages als erg laag.’’

Reactie directeur Martin Zingel: ,,Wij rapporteren conform de wettelijke standaarden in de zorg van het Ministerie van VWS en streven naar professionele transparantie naar betrokken stakeholders en voelen ons niet genoodzaakt om aanvullend op het gepubliceerde jaarverslag extra rapportages te creëren.’’

Reactie directeur/bestuurder Roel Jutten: ,,In 2017 is het resultaat beïnvloed door incidentele posten. Zo is er in 2017 een bedrag ontvangen vanuit de overheid voor eenmalige kwaliteitsimpuls verpleeghuizen, zijn er intern bewoners verhuisd waarvoor een vergoeding is ontvangen en is in 2016 een deel van de zorg dat niet-vergoed zou worden in 2017 alsnog betaald. In totaal gaat het hier om zo’n 300.000 euro. Daarnaast zijn 2015 en 2016 financieel zeer slechte jaren geweest voor het Gasthuis, waardoor een forse bezuinigingsoperatie noodzakelijk was. De effecten van deze bezuinigingsoperatie werken door in 2017 en 2018. In 2018 is het resultaat ook beïnvloed door incidentele posten. Zo is er ook in 2018 een vergoeding ontvangen voor verhuizing van cliënten (agv onze renovatie) en is een subsidie van de Provincie definitief toegekend. Ook is in 2018 een gedeelte van het vastgoed verkocht waardoor een boekresultaat is verkregen. In totaal gaat het hier om zo’n 200.000 euro incidenteel. In beide jaren dus een fors bedrag aan incidentele posten waardoor de winst hoger uitgevallen is. Daarnaast heeft het Gasthuis extra afgelost met de verkoopopbrengsten waardoor de maandlasten afnamen.’’
,,De winst komt volledig ten goede aan het Gasthuis. Uit deze post (reserve aanvaardbare kosten) mag uitsluitend geput worden voor cliëntdoeleinden.’’
,,Nee, ik vind niet dat er een maximumwinstpercentage in de zorg zou moeten zijn. Door een terugtrekkende overheid (men laat steeds meer aan de markt over) acht ik het noodzakelijk dat zorgorganisaties hun winsten in enig jaar kunnen reserveren voor toekomstige onzekerheden.’’