Nieuws

Wijchens zorgplan voor jongeren mogelijk te ambitieus: 'Soms moet je hoog mikken'

Het streven van de gemeente Wijchen om de helft minder jongeren door te verwijzen voor intensieve zorg, is volgens betrokkenen mogelijk te ambitieus. 'Maar soms moet je hoog mikken en realiseren dat je te maken hebt met gemeenschapsgeld.' © ANP
WIJCHEN - Het streven van de gemeente Wijchen om de helft minder jongeren door te verwijzen voor intensieve zorg, is volgens betrokkenen mogelijk te ambitieus. 'Maar soms moet je hoog mikken en realiseren dat je te maken hebt met gemeenschapsgeld.'
Net zoals veel andere gemeenten kampt Wijchen met fikse tekorten op jeugdzorg en WMO. Die moeten deels gedekt worden door niet tachtig, maar veertig jongeren per maand door te verwijzen voor dure, intensieve zorg. Samen met Rondom Wijchen, een coöperatie van welzijnspartijen, kijkt de gemeente hoe jongeren preventief geholpen kunnen worden met lichtere, zogeheten ‘vrij toegankelijke programma’s’. Dat zijn bijvoorbeeld praatgroepen, extra begeleidingen op school of speciale trainingen, zoals faalangsttrainingen.

Lastig te controleren

Momenteel krijgt zo’n tien procent van alle jongeren in Wijchen de intensievere zorg. Het nieuwe streven van maximaal veertig doorverwijzingen is volgens betrokken welzijnspartijen, mogelijk net iets te ambitieus. ‘De gedachte kan ik alleen maar ondersteunen’, begint Raph Miessen, één van de huisartsen die in gesprek is met Wijchen over de halvering van indicaties.
De huisarts is de eerste stap in het indicatieproces; die verwijst jongeren wel of juist niet door. ‘Ik weet alleen niet in hoeverre de gemeente daar invloed op heeft. Zij heeft namelijk geen zicht op wat een individuele huisarts doet. Het is dus voor de gemeente ook erg lastig om de effecten van het streven te controleren’, aldus Miessen.
Een halvering van de indicaties is volgens hem mogelijk niet het meest realistische doel: ‘Ik denk dat de timing nu wel goed is, aangezien er in de zomervakantie waarschijnlijk minder indicaties zullen zijn. Maar in het laatste kwartaal lijkt het mij erg moeilijk om het streven te halen. Het aantal ziektes en problemen van kinderen verandert namelijk niet zo maar. Als we met zijn allen die halvering wel bereiken, dan zou het me niet verbazen als we een jaar later juist een stijging aan indicaties gaan zien.’

'Eén indicatie hakt al enorm in het budget'

‘Het stopt niet bij veertig - als de 41ste nog zorg nodig heeft, dan krijgt hij dat gewoon. We moeten dat getal ook niet forceren, dan schieten we onszelf in de voet’, vertelt wethouder Titus Burgers. Het streven geldt nu vooral voor de periode juli tot en met december. Op den duur moet er volgens hem een cultuuromslag komen: ‘Dat moet overal gebeuren; bij de zorgverleners, de gemeente en bij de jongeren zelf.’
‘We lijken goed op weg te zijn’, ziet Marielle Heuvelmans, algemeen manager van het Sociaal Wijkteam Wijchen. Zij ziet vooral veel enthousiasme bij de betrokkenen. ‘Al kijken we nu natuurlijk pas naar een beeld van één maand. We blijven op zoek naar alternatieven, maar bij twijfel gaan we gewoon de juiste zorg inzetten. Als je iemand namelijk in een te licht traject plaatst, heb je een groter probleem. Dan duurt de uiteindelijke behandeling misschien wel drie keer zo lang.’ 
‘Heb je als gemeenschap en als gezin de pech dat je er bijvoorbeeld drie kinderen uit een gemeente in zo’n tehuis belanden, dan hakt dat enorm in het budget’, voegt huisarts Miessen toe. Als je volgens hem ook maar één opname in een tehuis kan voorkomen, heeft dat al veel effect.

'Maatschappij moet toleranter worden’

MeerVoormekaar is een welzijnsorganisatie die jongerenwerk in Wijchen en Druten uitvoert - ze is onderdeel van Rondom Wijchen. Directeur Annette Nijhuis vindt dat een groot deel van het probleem ligt bij de samenleving; als een kind afwijkt van de norm, wordt dat volgens haar niet voldoende geaccepteerd. Daar sluiten de andere welzijnspartijen en wethouder Burgers zich bij aan. Ze noemen het ‘de intolerantie van het lijden’.
‘Is het ambitieus? Ja, misschien wel té ambitieus, maar soms moet je hoog mikken en realiseren dat je te maken hebt met gemeenschapsgeld. We denken allemaal veel te snel in etiketten. Soms hoort een ‘afwijking van de norm’ gewoon bij het kind, dan kan je je afvragen hoe erg dat is - iemand met ADD of ADHD, daar kan je ook veel hebben’, legt Nijhuis uit.

‘Het komt je niet aanwaaien’

Er zijn volgens haar kinderen die extra begeleiding nodig hebben, maar die moeten wel zichzelf kunnen zijn. ‘Het beeld bestaat dat je zoals de rest moet zijn en dat je altijd gelukkig moet zijn, maar soms zijn de dingen niet leuk. Het komt je niet aanwaaien.’
‘Het is de kunst om bij verschillen ook ‘het voordeel van het nadeel’ te kunnen zien. Ik denk dat kinderen die een beetje anders zijn dan het gemiddelde het tegenwoordig veel moeilijker hebben dan in mijn eigen jeugd’, stelt huisarts Miessen. Het leven van nu vraagt volgens hem veel meer aanpassing, ook in planning en organisatie. ‘Daar hebben mensen met autisme, ADHD of ADD vaak ondersteuning bij nodig. Als we daar met zijn allen wat verdraagzamer mee kunnen omgaan, krijgen deze mensen het minder moeilijk.’

Zie ook: