Nieuws

Werkstraffen geëist in zaak misstanden kazerne Schaarsbergen

De Oranjekazerne in Schaarsbergen.
Het Openbaar Ministerie eist onvoorwaardelijke werkstraffen van 40 tot 240 uur tegen vijf militairen van de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen. Die stonden woensdag terecht voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem voor bedreiging, mishandeling en aanranding van drie andere militairen in 2013. © ANP
ARNHEM - Het Openbaar Ministerie eist onvoorwaardelijke werkstraffen van 40 tot 240 uur tegen vijf militairen van de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen. Die stonden woensdag terecht voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem voor bedreiging, mishandeling en aanranding van drie andere militairen in 2013.
De drie voormalige leden van de mortiergroep deden eind 2017 en begin 2018 aangifte. Eén militair verklaarde dat hij werd geschopt en geslagen. Daarnaast zou er over hem heen zijn geplast.
'Binnen de mortiergroep was sprake van een falend korporaalsgilde, dat als ware tirannen heerste over de andere manschappen', stelt het OM. Dat er pas na jaren aangifte is gedaan, vindt het OM verklaarbaar. 'Ook mannen van staal hebben hun kwetsbare plekken. En als er maar lang genoeg over grenzen wordt heengegaan, dan knappen zij ook.'

Vijf verdachten

De officier van justitie noemt het beeld dat uit het strafrechtelijk onderzoek naar voren komt 'ronduit ontluisterend'. De vernederingen zouden grote gevolgen hebben gehad voor de slachtoffers. 'De kazerne moet een plek zijn waar iedereen zich veilig voelt', aldus het OM in het requisitoir.
Een 26-jarige voormalig militair komt uit het onderzoek van het OM naar voren als de 'grote leider met de grootste mond.' Tegen hem is de hoogste taakstraf geëist. Hij wordt verdacht van mishandeling, bedreiging en militaire aanranding. Een 29-jarige militair hoorde een straf van 180 uur werkstraf voor mishandeling en bedreiging. Een andere 26-jarige militair krijgt een werkstraf van 120 uur voor bedreiging, als het aan het OM ligt.
Een 33-jarige man zou tijdens een oefening in Duitsland met ontbloot onderlichaam op het hoofd van een andere militair hebben gezeten en hoorde een taakstraf van 40 uur tegen zich eisen. Tegen een 40-jarige oud-militair die als leidinggevende niet zou hebben ingegrepen bij de bedreigingen, is 100 uur geëist.

'Leugenachtige verklaringen'

De advocaten van de verdachten zeggen dat het bewijs tegen hen cliënten berust op onbetrouwbare verklaringen van de drie slachtoffers. 'Alleen klagers zelf zeggen dat het gebeurd is zoals het gebeurd is, er is geen steunbewijs of andere getuigen die hun verhaal ondersteunen. Het zijn tegenstrijdige en leugenachtige verklaringen'. Wraak zou het motief zijn om aangifte te doen, want 'de slachtoffers functioneerden niet bij de eenheid en zagen hun droom in rook opgaan'. 
Een andere advocaat zegt: 'Door hun verklaringen worden verdachten als beesten gezien en de luchtmobiel als een poel van verderf. Er wordt zelfs gesproken over mafia-praktijken, en dat terwijl de verklaringen van de slachtoffers sinds 2013 een opmerkelijke ontwikkeling hebben doorgemaakt'. De drie slachtoffers zouden hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd. Ze deden in 2017 en 2018 aangifte, zo'n vijf jaar nadat de gebeurtenissen zouden hebben plaatsgevonden.   
'Dit dossier kent enkel verliezers', zegt een derde advocaat. 'Het blijft onverteerbaar dat de drie aangevers beschadigd thuis zitten. Het is ook onverteerbaar dat er vijf verdachten zijn die tot op hun ziel zijn geraakt vanwege valse aangiften, dat er getwijfeld wordt aan hun integriteit. Ze vragen zich nog dagelijks af waarom hen dit overkomt, wat de motivatie van de aangevers geweest'. De mannen zouden veel te lijden hebben gehad van alle media aandacht rondom de zaak. 

Verjaard

De zaak over de misstanden werd op 10 mei nog aangehouden, omdat er eerst duidelijkheid moest komen over welke aanklachten verjaard zijn en welke niet. Volgens de advocaten van de vijf (oud-)militairen zou het Openbaar Ministerie te laat zijn met de aanklachten.
De advocaten gaven aan dat hun cliënten pas dit jaar gedagvaard zijn en dat de feiten van vóór 20 maart 2013 om die reden verjaard zouden zijn. De militaire kamer ging hier in mee. Het Openbaar Ministerie is tegen de beslissing van de militaire kamer in beroep gegaan, maar werd door het gerechtshof in het ongelijk gesteld.
Volgens de advocaten van de verdachten blijkt uit het dossier niet welke feiten wanneer hebben plaatsgevonden, en of ze dus verjaard zijn of niet. Onder meer daarom vinden ze dat hun cliënten vrijgesproken moeten worden. 
Zie ook: 
💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking? Stuur ons een bericht op 06 - 220 543 52 of stuur een mail: omroep@gld.nl!