Nieuws

Zin in Zondag | De dominee komt voorbij | Michael-Dominique Magielse

Vluchteling © David Meulenbeld
Vluchteling
Luister hier naar het fragment
Waar ik aan moet denken als we het over vluchtelingen hebben, is het verhaal van de barmhartige Samaritaan (Lc. 10,25-37). Het is het verhaal, of parabel, dat Jezus vertelt aan zijn leerlingen als ze hem vragen wie hun ‘naaste’ is. Het verhaal uit het Lucas evangelie gaat als volgt: Langs de kant van de weg ligt een vreemdeling die is beroofd en mishandeld. Twee mensen van enige aanzien, een priester en een leviet, lopen de man voorbij, ze negeren hem en laten hem liggen. Een derde man een Samaritaan – waar men in die tijd niet veel van moest hebben – ziet de vreemdeling wel en helpt hem. Hij giet dure olie over zijn wonden en levert hem af hij een herberg en betaalt alle kosten die nodig zijn om de mishandelde man weer op te lappen.
Mijn vraag is nu: Wie zijn wij in dit verhaal? Die priester of de leviet die de vreemdeling laten liggen, of de Samaritaan die de verschoppeling ziet, hem in zijn bestaan erkent en zijn hart voor hem opent?
Eerlijk gezegd: ik begrijp die leviet en priester wel. Die vluchteling ligt daar op de grond, ze moeten iets doen, die morele plicht voelen ze heus wel, maar het komt wellicht niet uit, ze hebben het druk, zijn ergens op weg naar toe: hoe dan ook: die vluchteling breekt in in hun comfortzone, hij doet een appèl op hen. Maar de vraag is natuurlijk: is negeren wel een optie?
Ik ben bezig met het leren van een andere taal (ik laat om privacy redenen even in het midden welke taal dat is) en in een migrantenparochie bij mij in de buurt vroeg ik of ze mensen kenden die mij daarbij zouden kunnen helpen, in ruil zou ik iemand Nederlands kunnen leren. Ze kwamen met Jonathan op de proppen (dat is niet zijn echte naam). Jonathan is een vluchteling, een asielzoeker, en zette zich in zijn land van herkomst in voor de belangen van de inheemse bevolking die nogal onderdrukt wordt. Dat kwam hem duur te staan. Het bewind in zijn land pleegde een aanslag op hem, hij overleefde het, maar mist nu wel een arm en been, is blind en bijna doof. Natuurlijk was ik onder de indruk van zijn verhaal toen ik het hoorde, maar ik dacht ook meteen – moet ik met enige schroom bekennen – wat moet ik hier nu mee?? Jonathan haalde mij uit mijn comfortzone. Ik moest even een drempel over. Uiteindelijk blijkt Jonathan een enthousiaste kerel die ondanks zijn handicap en de angst terug te moeten naar zijn eigen land, waar hij voor zijn leven vreest, midden in het leven staat; hij wil een bijdrage leveren aan de samenleving en hier een bestaan opbouwen.
Ik denk dat het verhaal van Jezus over die Samaritaan aan zijn leerlingen niet zo zeer een antwoord is op de vraag: ‘wie is mijn naaste?’, maar meer op: ‘voor wie kan ik een naaste zijn’? Voor de vluchteling dus, die vaak onder erbarmelijke omstandigheden huis en haard heeft moeten verlaten en alles achter heeft moeten laten wat hem of haar lief was. Door concrete hulp, door aandacht, door niet te vervallen in vreemdelingenangst of misselijkmakende retoriek, en niet door het appèl te negeren en hem of haar links te laten liggen. Zelfs als ons dat uit onze comfortzone haalt. Maar door de vluchteling te zien, door die in diens bestaan en lot te erkennen, door net als die Samaritaan barmhartig te zijn.
💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht op 06 - 220 543 52 of stuur een mail: omroep@gld.nl!