Nieuws

'Commissie deed te weinig onderzoek naar omstreden jeugdinstelling in Velp'

ARNHEM - Een op de tien jongeren in de jeugdzorg maakt vaak tot zeer vaak geweld mee, bleek deze week uit het rapport van de commissie-De Winter. Daarin komen ook misstanden in de congregatie van de Zusters van de Goede Herder in Velp aan bod. Hoogleraar victimologie Jan van Dijk vindt dat het rapport meer aandacht had moeten besteden aan de Velpse instelling.
Van Dijk deed zelf ook onderzoek naar de Zusters van de Goede Herder. 'Een van hun ergste instellingen stond in Velp', vertelt de hoogleraar in De Week van Gelderland.
'In deze zogenaamde liefdesgestichten moesten meisjes zes dagen per week dwangarbeid verrichten: de vuile was doen voor andere kloosters of bedrijven en werken in het naaiatelier bijvoorbeeld. En dat wel acht uur per dag. Daarbij mochten ze nauwelijks praten, werden ze niet met hun eigen naam aangesproken, verdienden ze niets en was er geen onderwijs. Het was dwangarbeid en dat is verboden', zegt Van Dijk in De Week van Gelderland.

Dwangarbeid is strafbaar

Toch krijgen de misstanden bij de Zusters van de Goede Herder volgens de hoogleraar niet veel aandacht in het rapport van de commissie-De Winter. 'Helaas hebben ze het ook niet goed beschreven. Het was hun opdracht om naar geweld te kijken en op verzoek van minister Dekker keken ze ook nog even naar dwangarbeid. Ik vrees dat ze helemaal niet goed weten wat dwangarbeid is. Dat stelt me teleur.'
'Ze schrijven dat er weinig winst mee werd gemaakt. Maar het punt is dat het helemaal niet gaat om het wel of niet maken van winst. Ze deden het niet om geld te verdienen, maar ze zagen het als een soort arbeidstherapie. Werken gericht op heropvoeding. Dat is dwangarbeid, staat al in een verdrag uit 1930, en dat is een misdrijf. Er zijn strafbare feiten gepleegd.'
Van Dijk is de commissie op een ander punt wel dankbaar. 'Ze beschrijven dat deze kinderen allemaal door de kinderrechter uit huis zijn geplaatst. Deze kinderen kwamen dus al uit een slechte thuissituatie. Bijvoorbeeld meisjes van wie de moeder was overleden, of die seksueel misbruikt waren.' 
'Ze waren al slachtoffer. En omdat het om pupillen van de kinderbescherming ging, had de overheid hier een verantwoordelijkheid. Zij hebben geen toezicht gehouden op deze meisjes, dat werd tot en met 1970 overgelaten aan de zuilen. De overheid bleef op te grote afstand.'
Bekijk het gesprek met hoogleraar Van Dijk (tekst gaat verder onder de video)
Jan van Dijk

Een moeilijk leven

In totaal brachten zo'n 15.000 meisjes tussen 1945 en 1975 tijd door in de verschillende internaten van de Zusters van de Goede Herder. Als ze probeerden te vluchten, werden ze door de politie teruggebracht.
Pas de laatste jaren komen de verhalen van de slachtoffers naar buiten. 'Veel van deze vrouwen hebben een erg moeilijk leven gehad. Na de tijd bij de Zusters van de Goede Herder stonden ze op straat met een enorme achterstand.' Toen Van Dijk op verzoek van een organisatie die opkomt voor de slachtoffers onderzoek ging doen, meldden zich 150 slachtoffers, allemaal met vergelijkbare verhalen.

Schadevergoeding

Minister Dekker heeft inmiddels bij Van Dijk aangegeven dat er opnieuw naar misstanden bij de congregatie zal worden gekeken. De hoogleraar vindt het goed dat er opnieuw naar de misstanden zal worden gekeken. 'Maar het duurt wel te lang. En ik vind dat er een schadevergoeding bij hoort. Jarenlange dwangarbeid is niet goed te praten. Ik ben gematigd optimistisch en denk dat er wel een financiële tegemoetkoming komt.'

Zie ook:

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht op 06 - 220 543 52 of stuur een mail: omroep@gld.nl!