Nieuws

Warmbloedige Spaanse runderen kunnen prima overweg met Koning Winter

Terwijl de Hollandse rood- en zwartbonte koeien alweer maanden op stal staan, blijven de Spaanse runderen ook in winterse omstandigheden buiten. Van de kou hebben de dieren weinig last. Het is een van de redenen waarom deze met uitsterven bedreigde grazers het zo goed doen in de Veluwse natuur.
Zo'n tien jaar geleden haalde Natuurmonumenten de Sayaguesa-runderen naar natuurgebied Planken Wambuis, tussen Ede en Otterlo. Het oude Spaanse ras wordt daar ingezet voor begrazing. De dieren helpen voorkomen dat voormalige akkerlanden en heidevelden veranderen in bos.
BuitenGewoon-verslaggever Laurens Tijink gaat op zoek naar de Zuid-Europese runderen met de beheerder van de kudde, Arnhemmer Peter van Geneijgen.

Runderen trekken de bossen in

'Er lopen nu zo'n zestig runderen in dit gebied', vertelt Geneijgen. De dieren hebben zich opgesplitst in twee kuddes. De volwassen stieren leven in kleine groepjes, apart van de kudde. Als de voormalige landbouwgronden bedekt liggen onder een pak sneeuw, trekken de dieren het bos in. Daar gaan ze op zoek naar jonge twijgen, eikels, bosbessen en, als de honger groot genoeg is, stekelige hulstbladeren. De runderen leggen daarbij behoorlijke afstanden af.
Met hun donkere vacht vallen de runderen nauwelijks op in het bos.

Stieren graven kuilen

Aan de rand van het bos vinden Peter en Laurens twee ondiepe kuilen, dicht bij elkaar. Die zijn gegraven door de stieren, vertelt Geneijgen. Dit soort plekjes zijn ideaal voor zandhagedissen. Die gebruiken het losse zand om er hun eitjes in te begraven. In onderstaande radiobijdrage vertelt Peter waarom stieren dit soort kuilen maken.

Veel weg van de oeros

In Spanje zijn momenteel nog zo'n tien boeren die de Sayaguesa-runderen houden. Samen houden zij zo'n zeshonderd dieren. 'Er zijn er nog maar zo weinig van, omdat veel Spaanse boeren zijn overgestapt op andere, productievere rassen', vertelt Peter. Hij heeft juist een voorliefde voor de Sayaguesa-runderen. De dieren komen oorspronkelijk van de Spaanse hoogvlakte, vlakbij Portugal. Deze dieren staan volgens hem het dichtst bij de inmiddels uitgestorven oeros. 
Op Planken Wambuis zijn de 'oerossen' wel geoormerkt. Dat is noodzakelijk om het zeldzame Spaanse runderras te kunnen exporteren naar andere gebieden. Bovendien gaan sommige dieren naar de slacht en ook dan is een oormerk verplicht. 
Dit Sayaguesa-kalfje is ongeveer een maand oud. De dieren worden geboren met een rode vacht. 

Rood geboren

Sayaguesa-kalfjes hebben bij de geboorte nog een rode vacht. 'Dit is functioneel', legt Geneijgen uit. 'De eerste drie dagen ligt een kalfje verstopt in de hei of tussen de bosbessen. Als je er dan langs loopt, zie je ze bijna niet.' Nadat ze ongeveer drie maanden oud zijn, kleuren ze langzamerhand zwart.

Kalveren zonder mensenhanden

De Sayaguesa-runderen zijn prima in staat om zich aan te passen aan de verschillende omstandigheden in de natuur. Dat maakt ze ook zo geschikt om zichzelf in de natuur te handhaven. Ze kunnen niet alleen goed tegen de kou, ook van de hitte hebben deze dieren in tegenstelling tot Schotse Hooglanders weinig last. Maar het belangrijkst is dat de dieren zonder hulp kunnen kalveren. Bij ver doorgefokte rassen als de rood- en zwartbonte koe zijn vaak mensenhanden nodig om een bevalling goed te laten verlopen. 

Indrukwekkend

Als je tijdens een wandeling ineens oog in oog komt te staan met de kudde Sayaguesa kan dat best spannend zijn. De dieren doen volgens Peter Geneijgen niets. Ze zien in mensen geen bedreiging en gaan over het algemeen dan ook gewoon door met grazen. Maar hoe zachtaardig de dieren ook zijn, alleen al vanwege de grote hoorns op hun kop is het wellicht een goed idee om de dieren zoveel mogelijk met rust te laten. Met de stieren van soms wel 1.000 kilo wil je het zeker niet aan de stok krijgen...
BuitenGewoon Radio is iedere zondagochtend tussen 7.00 en 10.00 uur te beluisteren in het programma Zin in Zondag op Radio Gelderland.