Nieuws

Vier jaar cel geëist na brandstichting bij asielzoekers in Lent

De officier van justitie heeft woensdag vier jaar gevangenisstraf geëist tegen een 19-jarige Eritreeër. De man wordt ervan verdacht drie keer brand te hebben gesticht bij een complex voor statushouders (erkende vluchtelingen) in Lent. De verdachte ontkent. © Roland Heitink / Archief
ARNHEM - De officier van justitie heeft woensdag vier jaar gevangenisstraf geëist tegen een 19-jarige Eritreeër. De man wordt ervan verdacht drie keer brand te hebben gesticht bij een complex voor statushouders (erkende vluchtelingen) in Lent. De verdachte ontkent.
De man woonde in het complex in Lent, maar zijn vriendin en pasgeboren kind in Rotterdam. Volgens de verdachte bood iemand hem een huis in Rotterdam aan, als hij een aantal tegenprestaties zou leveren. Onder druk zou hij daarom wasbenzine hebben gekocht bij de plaatselijke supermarkt. Tot drie keer toe kon het kopen van die wasbenzine aan hem worden gelinkt. Keer op keer volgde er brand. 
'Ik was gestrest, blowde veel en dacht niet na over de gevolgen. Ik was blij dat ik een huis kon krijgen in Rotterdam', zei O. woensdag tijdens de zitting.
De rechtbank vindt het een ongeloofwaardig verhaal. O. heeft inmiddels tal van verschillende verklaringen afgelegd. In eerste instantie bekende hij de brandstichtingen, daarna zei hij er slechts bij één betrokken te zijn geweest en tenslotte ontkende hij enige betrokkenheid. 'Wat moeten we nu geloven?', vraagt de rechter zich hardop af. 

Gevlucht uit Eritrea

O. is nog maar enkele jaren in Nederland. Hij vluchtte uit Eritrea, via Italië, naar Nederland. De man wilde zijn militaire dienst in Eritrea ontlopen. In Nederland zou hij een toekomst op kunnen bouwen en geld kunnen verdienen voor zijn familie. 
In eerdere verklaringen gaf O. aan aandacht te willen voor zijn situatie. 'Toen besloot ik brand te stichten', leest de officier uit een van de eerste verklaringen voor. Pas in latere verklaringen begon hij de brandstichtingen langzamerhand te ontkennen. De officier van justitie zegt het daarom niet aannemelijk te vinden dat iemand anders dan O. de branden heeft gesticht. Daarnaast is er voldoende bewijs dat de man diverse keren wasbenzine heeft gekocht, waar de branden vervolgens mee zijn aangestoken. Zijn advocaat zegt dat enkel het kopen van wasbenzine, met branden tot gevolg, niet voldoende bewijs voor de uiteindelijke brandstichting oplevert. 
Een reactie van de advocaat van O. (tekst gaat verder onder de video)
Advocaat De Lange over de zaak

Sprake van 'levensgevaar'

'Je moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren', zegt de officier van justitie over de brandstichtingen. Er raakte bij de branden niemand gewond, maar er was wel sprake van 'levensgevaar', zo meent ze. Bij de bewoners van het complex was er lange tijd sprake van enorme onrust door de branden. Niemand wist uit welke hoek het kwam. 
De rechter buigt zich over de zaak en doet over twee weken uitspraak in Arnhem. 

Zie ook:

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht op 06 - 220 543 52 of stuur een mail: omroep@gld.nl!