Nieuws

De eenzame zwerftocht van een joods meisje

De familie Drop met kleine Emmy op schoot bij haar vader.
"Morgen mag je logeren". Dat krijgt Emmy Drop-Menko te horen de avond voor ze van haar ouders wordt gescheiden. De volgende morgen staat haar koffertje klaar en wordt ze opgehaald. "Mijn moeder zwaaide van achter het raam. Dat is het allerlaatste wat ik van haar gezien heb". © Emmy Drop
"Morgen mag je logeren". Dat krijgt Emmy Drop-Menko te horen de avond voor ze van haar ouders wordt gescheiden. De volgende morgen staat haar koffertje klaar en wordt ze opgehaald. "Mijn moeder zwaaide van achter het raam. Dat is het allerlaatste wat ik van haar gezien heb".
Dan begint een jarenlange zwerftocht voor de dan 6-jarige Joodse Emmy Drop. Het is 1942 en het Amersfoortse gezin Menko moet onderduiken. "Ik ging naar een ander gezin dan mijn ouders, ik denk dat ze dat veiliger vonden", vertelt Emmy nu. Ze komt eerst terecht in Twello, maar haar opvangouders daar staan doodsangsten uit met een Joods onderduikertje in huis. Vervolgens gaat ze naar Deventer, maar daar is de situatie onhoudbaar omdat in dezelfde straat maar liefst 12 NSB'ers wonen. Enkele maanden later komt Tante Annie langs. Zij neemt Emmy mee.

Verraden

"Ik dacht dat ik bij haar in huis kwam en voelde me verraden toen ze me naar de familie Jansen in Arnhem bracht."  Uiteindelijk vindt Emmy daar wel de warmte en liefde die een 6-jarig meisje nodig heeft. "Mevrouw Jansen vertelde me dat mijn moeder, die ook in Arnhem zat ondergedoken, op donkere avonden naar de Geitenkamp sloop en dan naast mijn bedje ging zitten. Maar ze mocht me niet aanraken of wakker maken want dan had ik natuurlijk met haar meegewild".
Maar ook de familie Jansen moet na operatie Market Garden evacueren. Een boer uit Doetinchem herkent Emmy als joods en wil wel haar nieuwe ouders opvangen maar weigert Emmy onderdak te verlenen. Weer moet ze alleen verder. "Dat waren echt mijn nieuwe papa en mama. Dat was verschrikkelijk". Ze komt uiteindelijk terecht in Gaanderen, bij een onderwijzeres. "Ik moest in de kast slapen, maar dat vond ik niet erg. Dat duurde negen maanden".
Haar biologische ouders zitten ondergedoken in Varsseveld maar worden uiteindelijk verraden, opgepakt en via Westerbork naar Sobibor getransporteerd. "Daar zijn ze vrijwel direct door de Duitsers vermoord". Emmy hoort pas jaren later wat er gebeurd is. "De gedachte dat ze vrijwel direct zijn vermoord en niet onder onmenselijke omstandigheden hebben geleden gaf me troost".

Welkom thuis

Na de bevrijding wordt Emmy eerst vier jaar lang opgevangen door haar tante. Daarna, als ze naar de middelbare school moet, door haar oom in Deventer.  "Pas toen ik daar op school een educatieve film zag over het kamp Bergen-Belsen, hoe de mensen daar uitgemergeld tegen het gaas hingen in die zwart-witte pakken, pas toen begreep ik wat er met mijn ouders moest zijn gebeurd". 
Zes jaar lang heeft Emmy een ellendige tijd in Deventer. "De vrouw van mijn oom zat niet op mij te wachten. Die vond mij maar een rotkind. Het was afschuwelijk en ze probeerde zelfs het contact met mama Jansen te beperken".  Zodra ze 18 wordt vraagt Emmy toch of ze terug mag komen bij de familie Jansen. Dat mag en tien jaar na de oorlog,  op 15 december 1955, worden ze herenigd. "Toen stond er een grote taart met 'welkom thuis' op tafel".
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op dit bericht? Mail dan met de redactie: omroep@gld.nl. Of stuur ons direct een WhatsApp-bericht: 06 - 220 543 52