Nieuws

Krijgen we weer last van de horrorclown?

Daar gaan we weer, verzuchtte onderzoeker Peter Burger toen hij het nieuws vernam over de clown die in Arnhem kinderen de stuipen op het lijf zou jagen. © ANP
ARNHEM - Daar gaan we weer, verzuchtte onderzoeker Peter Burger toen hij het nieuws vernam over de clown die in Arnhem kinderen de stuipen op het lijf zou jagen.
'Al zou het nu, net als in 2014, 2015 en 2017 kunnen blijven bij wat verspreide meldingen en nieuws dat snel doodbloedt', zegt Burger. 'Maar het kan ook het begin zijn van een nieuwe hype, zoals in 2016. Dus ik blijf het volgen.'
Burger, verbonden aan de Universiteit Leiden, doet sinds 1990 onderzoek naar broodjeaapverhalen (verzonnen verhalen die als waargebeurd worden doorverteld), geruchten, kettingbrieven en andere sterke verhalen. Hij schreef diverse keren over de zogenoemde horrorclowns, een wereldwijd fenomeen.

Hype in 2016

Nadat ze eerder al in diverse landen opdoken, was het in oktober 2016 raak in Nederland. Het regende meldingen. In enkele weken tijd dook de horrorclown op ruim 50 plaatsen op. In 2014 liet de clown zich ook al in Nederland zien, maar veel minder massaal.
Is er in Arnhem echt iets aan de hand? Moeilijk te zeggen, vindt Burger. 'Kinderen zeggen dat ze iets gezien hebben en de politie doet onderzoek. Kans is dat we er verder niets meer over horen, net als over de 'naakte horrorclown' in Kootwijkerbroek in februari. Natuurlijk zijn veel mensen bang dat het gaat om een adolescent of volwassene met slechte bedoelingen, maar vergeet niet dat bij de hype in 2016 de gemiddelde leeftijd van opgepakte clowntjes 17 jaar was - veel waren veel jonger.' 

Complexer dan 'broodjeaap'

Burger schaart de horrorclown niet onder een broodjeaapverhaal. 'Het is - ook als die clown niet bestaat of onschuldiger is dan hij lijkt - complexer dan 'broodjeaap': zowel de clowns als de clownsjagende kinderen (die er nu nog niet zijn, geloof ik) laten zich inspireren door verhalen op nieuwsmedia en social media. Hun 'optredens' hebben een sterk spelkarakter, maar kunnen verkeerd begrepen worden door kinderen en hun ouders en ze kunnen zwaarder aangezet worden door media dan nodig', zegt Burger vanuit Brussel, waar hij een congres over broodjeaapverhalen bijwoont.
Zo'n 50 onderzoekers uit Europa en Noord-Amerika hebben het daar behalve over sagen (de vakterm voor broodjeaapverhalen) ook over geruchten, samenzweringstheorieën en nepnieuws. 'En over moppen, anekdotes en memes - we doen allemaal wetenschappelijk onderzoek, maar er valt ook altijd veel te lachen op deze congressen', zegt Burger.
Hij heeft de vermeende Arnhemse horrorclown meteen bij collega's op het congres onder de aandacht gebracht. 'Ik heb het erover gehad met mijn Nederlandse collega Theo Meder (Meertens Instituut) en de Belgische Aurore van de Winkel (Universiteit Leuven). De Amerikaanse journalist Ben Radford, die er een boek over schreef, moet nog arriveren.'

Begrip voor optreden politie

Burger heeft er begrip voor dat de Arnhemse politie en brandweer in groten getale uitrukten nadat kinderen zeiden dat ze bij een speeltuin waren bedreigd door een clown. 'Ik denk dat ze dit inderdaad niet kunnen negeren, zelfs niet als ze zelf denken en intern zeggen: het zal wel weer niks zijn.' 
Zie ook: