Nieuws

Zes vragen over speciaal vervoer in Gelderland

Omroep Gelderland heeft in samenwerking met Zorgbelang Gelderland onderzoek gedaan naar speciaal vervoer in onze provincie. Maar wat is dit precies? En vijf andere vragen. © Omroep Gelderland.
ARNHEM - Omroep Gelderland heeft in samenwerking met Zorgbelang Gelderland onderzoek gedaan naar speciaal vervoer in onze provincie. Maar wat is dit precies? En vijf andere vragen.

1. Wat is speciaal vervoer?

Speciaal vervoer – ook wel doelgroepenvervoer, aanvullend vervoer of contractvervoer genoemd – is een voorziening voor mensen die niet zelfstandig met eigen vervoer of openbaar vervoer kunnen reizen. Denk aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, ziekte of psychische problemen, of ouderen die last hebben van lichamelijke slijtage.
Zij worden opgehaald met een taxi(busje) en gebracht naar bijvoorbeeld school, dagbesteding, familie of het ziekenhuis. Soms rijden de chauffeurs een vaste route en vaak halen ze onderweg nog meer mensen op. In de meeste gevallen wordt speciaal vervoer (deels) vergoed.
Welke rapportcijfers krijgt het Gelders speciaal vervoer van gebruikers en hun directe omgeving?

2. Wat voor soorten speciaal vervoer zijn er?

De meest voorkomende soorten speciaal vervoer zijn leerlingenvervoer en Wmo-vervoer (voorheen de Regiotaxi). Dit wordt door de gemeenten geregeld. Bij het leerlingenvervoer gaat het voornamelijk om kinderen en jongeren binnen het speciaal onderwijs. Zij moeten vaak ver reizen.
Het Wmo-vervoer is onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en regelt vervoer in de eigen regio naar bijvoorbeeld dagbesteding, sport of vrienden. Wmo-vervoer wordt ook wel ouderenvervoer genoemd, maar ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of een psychische aandoening maken hier gebruik van.

3. Hoe is het speciaal vervoer in Gelderland geregeld?

Maakten de Gelderse gemeenten eerst nog los van elkaar afspraken over speciaal vervoer, sinds dit jaar werken ze (in de meeste gevallen) samen in zes verschillende regioverbanden. Voor leerlingenvervoer waren de gemeenten al verantwoordelijk en sinds begin dit jaar ligt ook het Wmo-vervoer bij de gemeenten. Dit was eerder de verantwoordelijkheid van de provincie.
Het meeste speciaal vervoer in Gelderland wordt uitgevoerd onder de namen Avan, PlusOV, Valleihopper, Versis, ViaVé en ZOOV. Veel mensen denken dat dit dan ook de organisaties zijn die de ritten plannen en/of het vervoer uitvoeren. Maar dat is – behalve dan bij PlusOV – een misvatting. Het zijn én de namen van de afdelingen van de zes ambtelijke regio's die het speciaal vervoer hebben uitbesteed, én de 'merknamen' van het speciaal vervoer in Gelderland. De uitvoering is aan bedrijven met heel andere namen.
Bekijk hier onder welke 'vlag' het speciaal vervoer in uw regio wordt uitgevoerd:
De zes Gelderse regio's hebben het speciaal vervoer uitbesteed via een openbare aanbestedingsprocedure – dat is volgens Europese wetgeving sinds 2001 verplicht. Daarbij hebben de samenwerkingsverbanden ervoor gekozen om de planning van het vervoer (de regie) en de uitvoering (de ritten) van elkaar los te koppelen. Dit is nieuw en moet de efficiëntie uiteindelijk ten goede komen. De regio Stedendriehoek, waar het speciaal vervoer wordt uitgevoerd onder de naam PlusOV, heeft er als enige voor gekozen om de planning in eigen beheer te houden.
Zo is het speciaal vervoer in de zes Gelderse regio's nu georganiseerd:

4. Hoeveel mensen in Gelderland gebruiken speciaal vervoer?

De taxibedrijven die in opdracht van de zes Gelderse samenwerkingsverbanden het speciaal vervoer verzorgen, voerden voor hen in het eerste halfjaar van 2017 in totaal ruim 1,1 miljoen ritten uit. Dat blijkt uit navraag van Omroep Gelderland. Dit zijn de aangeleverde cijfers per regio:
  • Avan: in het eerste halfjaar van 2017 werden 404.110 ritten gereden. In de eerste tien maanden van dit jaar maakten ongeveer 8.350 mensen minimaal één keer per maand gebruik van Avan.
  • PlusOV: in de eerste zes maanden van 2017 werden ruim 200.300 Wmo-ritten uitgevoerd en ruim 57.000 ritten in het kader van leerlingenvervoer. In de periode januari-augustus maakten maandelijks ongeveer 365 kinderen en jongeren gebruik van leerlingenvervoer.
  • Valleihopper: in het eerste halfjaar van 2017 werden ruim 133.000 ritten uitgevoerd. Dagelijks worden ongeveer 900 leerlingen vervoerd. Ongeveer 5.500 mensen maken regelmatig gebruik van Wmo-vervoer.
  • Versis: in het eerste halfjaar van 2017 werden ruim 92.000 ritten uitgevoerd. In de eerste zeven maanden van dit jaar maakten bijna 4.000 mensen een of meerdere keren gebruik van Versis.
  • ViaVé: in de eerste zes maanden van 2017 werden ruim 52.000 ritten uitgevoerd. Tot halverwege oktober had ViaVé ruim 2.800 reizigers, onder wie ongeveer 550 gebruikers van leerlingenvervoer.
  • ZOOV: in het eerste halfjaar van 2017 zijn 121.000 Wmo-ritten gereden. Minstens 4.000 mensen maakten in die periode een of meerdere keren gebruik van het Wmo-vervoer, en ongeveer 1.000 kinderen en jongeren van leerlingenvervoer.

5. Moet je betalen voor speciaal vervoer?

Reizen met speciaal vervoer krijgen de meeste gebruikers volledig of deels vergoed, door gemeente, Rijk of zorgverzekeraar. Wie een Wmo-indicatie heeft van de gemeente kan (een beperkt aantal kilometers) gebruikmaken van Wmo-vervoer met korting. Ook zonder Wmo-indicatie kun je reizen met Wmo-vervoer, maar dan betaal je een hoger tarief.
Leerlingenvervoer wordt ook vergoed door de gemeente, waarbij wel een inkomensafhankelijke bijdrage van de ouders kan gelden. Ook speelt de afstand tot de school een rol. Lees hier meer.

6. Wat kost speciaal vervoer de samenleving?

Het speciaal vervoer dat in opdracht van de zes Gelderse regio's wordt uitgevoerd, wordt betaald door de samenwerkende gemeenten, de provincie (die subsidieert onder meer het Wmo-vervoer) en de reizigers. Dit zijn de kosten in 2017:
  • Avan: begrote kosten voor voornamelijk leerlingen- en Wmo-vervoer ruim 15 miljoen euro. De werkelijke kosten zullen hoger liggen, omdat er meer ritten zijn gemaakt dan verwacht.
  • PlusOV: voor het leerlingenvervoer is ruim 3,4 miljoen euro begroot, voor het Wmo-vervoer zo’n 6 miljoen euro.
  • Valleihopper: voor het leerlingenvervoer (seizoen 2017/2018) is 3,8 miljoen euro begroot. Voor al het overige doelgroepenvervoer in 2017 2,5 miljoen euro.
  • Versis: verwachte kosten 3,5 miljoen euro.
  • ViaVé: het Wmo-vervoer kost dit jaar naar schatting 1,6 miljoen euro. De kosten voor het leerlingenvervoer zijn niet bekend.
  • ZOOV: verwachte kosten ongeveer 9 miljoen euro.
Dit artikel is onderdeel van ons dossier Onderzoek speciaal vervoer.