Nieuws

Theresienstadt, modelkamp van de nazi's

Een toegangspoort tot het kamp - foto Hilde-Marije Polling
Op 24 november 1941 opent het Duitse concentratiekamp Theresienstadt officieel zijn poorten. De Duitsers gebruiken de garnizoensstad als getto en doorgangskamp voor Joden. En hoewel de Duitsers het presenteren als modelkamp, zijn de leefomstandigheden verschrikkelijk, meer dan 33-duizend mensen sterven in het kamp, 88-duizend worden gedeporteerd naar vernietigingskampen elders.
TEREZÍN - Op 24 november 1941 opent het Duitse concentratiekamp Theresienstadt officieel zijn poorten. De Duitsers gebruiken de garnizoensstad als getto en doorgangskamp voor Joden. En hoewel de Duitsers het presenteren als modelkamp, zijn de leefomstandigheden verschrikkelijk, meer dan 33-duizend mensen sterven in het kamp, 88-duizend worden gedeporteerd naar vernietigingskampen elders.
Theresienstadt is een vestingstad in het huidige Tsjechië. Al in juni 1940 is het kleine fort in de vesting in gebruik genomen als gevangenis voor politieke gevangenen. Anderhalf jaar later, op 24 november 1941, wordt de stad zelf aangewezen als getto voor vooraanstaande Joden uit Tsjechoslowakije, Duitsland, Denemarken, Oostenrijk, Hongarije, Polen en Nederland. Onder de gevangenen zijn veel kunstenaars, musici en wetenschappers en het staat dan ook bekend als het kamp voor de bevoorrechten, met sportactiviteiten en een bloeiend cultureel leven. 

Het Rode Kruis laat zich bedotten

Dat is ook precies wat de Duitsers aan de buitenwereld willen laten zien: modelkamp Theresienstadt, een prachtige stad die Hitler aan de Joden heeft geschonken. In juli 1944 krijgen inspecteurs van het Internationale Rode Kruis toegang tot het kamp. Ze worden rondgeleid in een ogenschijnlijk normale woonplaats, voor de gelegenheid opgepoetst en schoongemaakt, de ramen van de kazernes voorzien van gordijntjes en bloembakken. De delegatie wandelt langs speciaal aangelegde parken en speeltuinen, een bank, scholen, nep-cafés en winkels. Vlak voor de aankomst van het Rode Kruis zijn de transporten naar Auschwitz opgevoerd, zodat het kamp niet te vol lijkt en alleen de gezond ogende gevangenen mogen de straat op. De mensen van het Rode Kruis trappen in het toneelstukje van de nazi's en rapporteren tevreden te zijn over de opvang van de Joden in Theresienstadt.
Opnamen van de propagandafilm - Publiek Domein

Propagandafilm

Enkele weken na het bezoek van het Rode Kruis laat de SS een propagandafilm maken over het dagelijks leven in het kamp: 'Theresienstadt: Ein Dokumentarfilm aus dem jüdischen Siedlungsgebiet' met ondertitel 'Der Führer schenkt den Juden eine Stadt.' De Joodse regisseur Kurt Gerron filmt onder dwang een ideale schijnwereld met spelende kinderen, werkende, sportende en winkelende mensen, de gevangenen zijn figurant. De film is bedoeld om de buitenwereld ervan te overtuigen dat Joden goed worden behandeld in nazi-Duitsland. Als de opnames erop zitten, gaan regisseur Kurt Gerron en de meeste acteurs direct op transport naar Auschwitz, hun taak is volbracht. De film is uiteindelijk nooit voltooid en vertoond, omdat de Duitsers hem niet overtuigend genoeg vinden. 

Beelden uit de propagandafilm 'Ein Dokumentarfilm aus dem jüdischen Siedlungsgebiet':

Erbarmelijke omstandigheden

Hoewel Theresienstadt geen vernietigingskamp is, zijn de leefomstandigheden er zó slecht, dat ruim 33.000 gevangenen in het kamp sterven door honger, uitputting en besmettelijke ziektes. Mensen wonen er opeengepakt in kazematten en vochtige kelders, er is veel te weinig voedsel en hygiëne is ver te zoeken.
Het kamp in Theresienstadt was een oude kazerne. We kwamen terecht in een kleine kamer, tjokvol met mensen. Het was overbevolkt in zo’n kamer. Altijd schreeuwen, altijd ruzie. En geen privacy. Als je je uitkleedde, iedereen kon je zien. Het was altijd koud...”
Ben Valk, overlevende Theresienstadt

Tekening 'leven in Theresienstadt' - Bedřich Fritta - Publiek Domein

Kunst voor kampkinderen

In het kamp wonen ook zo'n 11-duizend kinderen. Zij krijgen stiekem onderwijs, hoewel dat door de SS verboden is, en kunstzinnige vorming. Zoals de clandestiene tekenlessen van gevangene Friedl Dicker-Brandeis. De kunstenares hoopt dat haar pupillen door het tekenen heel even de harde realiteit van het kampleven kunnen vergeten. Voordat Friedl naar Auschwitz wordt gedeporteerd brengt ze twee koffers met 4500 tekeningen veilig onder bij een kampgenoot. Na de oorlog zijn ze aan het Joods Museum in Praag overhandigd, waar ze permanent worden tentoongesteld. https://www.jewishmuseum.cz/en/explore/permanent-collection/children-s-drawings-from-the-terezin-ghetto-1942-1944/
Daarnaast krijgen de kinderen dicht- en muzieklessen. Er wordt zelfs een Joodse kinderopera opgevoerd, met de titel 'Brundibar.' De opera is al in 1938 gecomponeerd door de Tsjech Hans Krása, die inmiddels ook in Theresienstadt zit. De partituur wordt in 1943 het kamp binnengesmokkeld en Krása gaat aan de slag met de getto-kinderen. Op 23 september 1944 is de premiere in het kamp. Daarna wordt de opera nog 55 keer opgevoerd, met een steeds wisselende cast, omdat er telkens spelertjes worden gedeporteerd naar vernietigingskampen. De Duitsers zien meteen de propagandistische mogelijkheden van de kinderopera en laten hem in 1944 ook opvoeren voor de inspecteurs van het Rode Kruis en voor de propagandafilm. Na de opnames gaan bijna alle kinderen op transport naar Auschwitz. Slechts 142 kinderen overleven het getto.
Kijk hier een NOS documentaire over de kinderopera in Theresienstadthttps://nos.nl/video/643981-de-documentaire-de-kinderopera-van-theresienstadt.html

Bevrijding

In totaal hebben bijna 140-duizend mensen in Theresienstadt gevangen gezeten. Als het kamp op 8 mei 1945 bevrijd wordt door het Sovjetleger, zijn er nog 19.000 gevangenen in leven. Bij de bevrijding wordt de propagandafilm gevonden. Deze wordt nog steeds vertoond in het museum van het kamp.