Nieuws

Zin in Zondag | De dominee komt voorbij | Jan-Martin Berghuis

ARNHEM - Worstelen met God

Luister naar het fragment

Ik hoef alleen maar hun namen te noemen: Savannah, Romy. Doodgewone namen, levendige meiden, 14 jaar - om het leven gebracht. Hun voornamen noemen is genoeg. We kennen hen inmiddels uit de media. Hun geschiedenis komt voorbij. Wie ze waren, hoe ze zijn opgegroeid, wat ze allemaal deden, hoe anderen hen meegemaakt hadden. 14 jaar. En nu afgebroken… Opeens zijn het geen anonieme meisjes meer. Het komt dichtbij. Wat moet ik hier in Gods naam over zeggen?
Ik voelde me afgelopen dagen als een schrijver voor een leeg notitieblok. Nee, ik had geen zin in deze zondag. Woorden komen boven, maar ze schieten alle kanten op. Van woede tot verdriet, verslagenheid en verontwaardiging, onmacht. Er is geen samenhang. Wat gebeurt hier in hemelsnaam? Here God, waar bent U als het leven zo doorkruist wordt?
Binnenin mij brandt het. Ik zou het zo graag willen oplossen, weer heel willen maken, zorgen dat het goed wordt, misschien zelfs willen verklaren (ja, het kwaad in de mens, iets heeft die jongens bezield om zo je leeftijdsgenoten… - God heeft hier niets mee te maken).
Ik wil het oplossen.., maar het maakt mij enkel boos en machteloos. Ik kan alleen maar verwoorden wat is: het verlies, het intense verdriet, de kapotheid. Het moet er uit, het moet gezegd worden, ik moet het met iemand delen.
Ik mag het met iemand delen. Het is God Zelf die mij uitnodigt: “Zeg het maar, Ik wil je horen, wat het ook is”. Ja, er mag gebeden worden.
De psalmen uit de bijbel geven mij handvatten voor dat gebed in nood. Mét mijn boosheid, met mijn tranen, met mijn teleurstelling en vragen. Uit het hart van mijn leven geven zij mij een stem naar God. Ja, ook op de rauwe momenten van het leven. Wist u dat eenderde van de psalmen klaagpsalmen zijn? Dat God dat in Zijn boek toegelaten heeft. Ja, juist heeft Hij dàt laten optekenen.., voor u en mij, voor nu..
Ik ga zo Psalm 13 lezen. In deze psalm hoor en zie je de mens worstelen met God. Er is een vijand, er is iets gebeurt dat de psalmdichter stuk maakt. Mag je klagen tegen God? Ja, klaag, zeg het! Het getuigt van een relatie met God als je met Hem worstelt. Er moet iets uitgevochten, uitgepraat, uitgezocht worden om samen verder te kunnen. Het moet er uit! En dat mag. God hoort. Hij is. “Hij is ook Vader”, zei iemand deze week tegen mij. Hij is ook vader, net als ik, net als de vader van Romy en Savannah…
Luister naar Psalm 13:
Hoe lang nog, Heer? Vergeet U mij voorgoed? 
Hoe lang nog verbergt U Uw gelaat voor mij? 
Hoe lang nog, dag na dag, moet mijn hart tobben en klagen? 
Hoe lang nog triomfeert mijn vijand over mij? 
Zie naar mij om, Heer mijn God, antwoord mij.
Laat mijn ogen weer glanzen, zodat ik niet in doodsslaapval, 
zodat mijn vijand niet kan zeggen: “Ik heb hem verslagen”, 
zodat mijn belagers niet juichen: “Hij verliest zijn evenwicht”. 
Ik zal zingen voor de Heer, want Hij heeft mij goed gedaan.
De psalmdichter schreeuwt het uit naar God. Het moet er uit. Het mag er uit: als ik pijn lijd, als ik faal, als ik niks meer voel, als ik het niet begrijp. Worstelen met God is ook Hem vastgrijpen en vasthouden. Dat mag. En het maakt dat aan het eind van deze Psalm 13 God en mens elkaar nog steeds vasthouden. De psalmdichter spreekt in de laatste verzen zijn vertrouwen in en hoop op God uit. “Op Uw liefde vertrouw ik. Hij heeft mij goed gedaan/geholpen”. De psalmdichter spreekt uit ervaring, uit relatie. U bent de God die is, U maakt Uw naam waar (Ik ben die Ik ben, de Aanwezige), en ook nu doe ik een beroep op U. Worstelend vertrouwen, vertrouwend worstelen.
Na het lezen van deze psalm wil ik eigenlijk alleen maar stil zijn. De schreeuw is er uit. En ik weet, diep in mijn hart: God is er, Hij laat mij niet los. Ik wankel, maar Hij bewaart mijn evenwicht. Ik ben geslagen, maar niet verslagen. Dat geeft hoop. En zelfs uitzicht op een lied. Dat is wat het worstelend gebed te weeg brengt.
Reageren op dit bericht? Mail naar omroep@gld.nl