Nieuws

Geen schade aan Heumensoord na opvang duizenden asielzoekers

ARNHEM - Natuurgebied Heumensoord is na de noodopvang voor 3000 vluchtelingen mooier dan ervoor. Dat stelt Natuurmonumenten, beheerder van het terrein. Het tentenkamp heeft geen schade aangebracht aan het natuurgebied.
In september 2015 werd in het natuurgebied tussen Nijmegen en Heumen een noodopvang gebouwd met grote paviljoententen. Bijna negen maanden verbleven daar duizenden vluchtelingen. Tijdens de bouw werden  allerlei voorzorgsmaatregelen genomen, om schade aan de natuur te voorkomen.

Waterwingebied beschermen

Klaas Bomert, verbonden van Natuurmonumenten: 'De kachels in de tenten bijvoorbeeld, draaiden op diesel. Dat is gevaarlijk in een waterwingebied. Daarom hebben we zeer streng gekeurde kachels gebruikt, met dubbelwandige tanks. Ze zijn op een vloeistofdichte vloer gezet en mocht er toch lekkage optreden, dan hadden we nog een vetvanger voor het riool gezet.'
Ook de asfaltwegen waren zo aangelegd dat ze makkelijk weer weggehaald konden worden. Rondlopend in Heumensoord is dan ook niets meer te zien dat nog herinnert aan de noodopvang. Wegen, lantaarnpalen, leidingen: alles is weg. 

Wensen waarmaken

Volgens Bomert is het zelfs mooier dan voor de noodopvang. 'We hebben dit aangegrepen om wat wensen die we hadden, te realiseren. Er zijn drie kleine boompjes gekapt voor het tentenkamp, maar we gaan straks wel meer dan honderd bomen terugzetten. Op de kale vlakte, waar het gras helemaal verdwenen is, hebben we een klein vennetje gegraven. En we leggen heideplaggen neer.'
Wandelaars beamen het verhaal van Bomert: 'Het is mooi opgeleverd. Ik zie niets meer wat nog aan de noodopvang herinnert', zegt een man met een hond. En een hardloper vertelt: 'Ik was bang dat de politiek zich niet aan haar woord zou houden en dat de asfaltwegen gewoon zouden blijven. Maar alles is weg, het is bijna weer mijn oude Heumensoord.'
Volgens Natuurmonumenten hebben planten en dieren weinig geleden onder de opvang: 'De vleermuizen zijn al terug en de reeën zullen niet lang meer op zich laten wachten.'