Achterhoek

'Geen herrie, geen mortieren; ik ben veilig hier'

TOLBERT - 'Instappen - bus - lopen- rijden', hardop zit de Syrische vluchteling Issa Al-Badeen Nederlandse woorden te oefenen. Precies een jaar geleden kwam hij met zijn nu 15-jarige zoon Johnny naar Nederland. Hij werd al snel met bijna 3000 anderen naar tentenkamp Heumensoord in Nijmegen gebracht.
Na negen maanden werden ze verplaatst naar een asielzoekerscentrum in Arnhem. Deze zomer kregen ze eindelijk een eigen plek: een huis in het Groningse dorpje Tolbert. 
Ze zijn er heel blij mee. 'Ik ben hier zo blij en gelukkig', zegt Issa Al-Badeen. 'De mensen hier zijn heel aardig. Ze behandelen me niet als een vreemde.'
Zijn zoon Johnny heeft in de noodopvang bijna niets anders gedaan dan zo snel mogelijk Nederlands leren. Dat is zo goed gelukt, dat hij na een test in 3 vwo mocht beginnen. 'Dat vond ik wel spannend', zegt Johnny. 'Ik kende er helemaal niemand, maar ik heb al nieuwe vrienden gemaakt.'
Johnny aan de studie

Wachten op moeder, broertje en zusje

Zijn oude vrienden mist hij heel erg. Maar nog veel meer zijn moeder en broertje en zusje die in Syrië zijn achtergebleven. De oversteek vanuit Turkije met kleine bootjes was te gevaarlijk voor hen. Johnny: 'We missen ze heel erg. We bellen elke dag en hopen dat ze zo snel mogelijk naar Nederland komen.' 
Zijn vader vertelt verder: 'Er zijn weer twee mortieren gevallen vlak bij de school van mijn kinderen in Syrië. Ik ben bang en maak me zorgen. Ik hoop elke dag dat ik goed nieuws krijg van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) en dat ze hiernaar toe mogen komen.'

Veilig, dat is het belangrijkste

Want hier is het veilig. En dat is het allerbelangrijkste, vindt Al-Badeen. 'Je laat je herinneringen achter, je familie en vrienden, je land en cultuur, maar hier zijn we veilig.'
Dat bevestigt ook Sami Al-Enad, die in tentenkamp Heumensoord bevriend raakte met vader en zoon Al-Badeen. 'Hier zijn geen mortieren, geen herrie, geen slecht nieuws; hier ben ik veilig.' Hij heeft sinds kort een kamer in een flat in Arnhem, die hij deelt met drie anderen. 'Eindelijk een eigen plek, met privacy en eigen regels.' 
Op zijn slaapbank zit hij naar de Syrische televisie te kijken. 'Veel slecht nieuws; ik maak me zorgen over mijn moeder, maar ben zo blij dat ik hier veilig ben.' Hij begint binnenkort aan de inburgeringscursus, gaat naar de sportschool en hoopt heel snel hulp van de gemeente te krijgen zodat hij naar de filmschool kan. 'Ik ben scenarioschrijver en zou zo graag mijn beroep willen oppakken."

Inburgeren kost even tijd

Het leren van de taal en de vele Nederlandse regels en formulieren spelen hem nog parten. Maar hij krijgt hulp van een vriendelijke buurman die hem wegwijs maakt in Nederland. 'Daar ben ik zó blij mee.'
Sami Al-Enad (links) met zijn buurman Aniel Jokhoe
Het heeft even tijd nodig om echt ingeburgerd te raken in Nederland, weet ook Jan van der Werff van VluchtelingenWerk Oost-Nederland. 'Ik denk dat we onze verwachtingen ook bij moeten stellen. Het is niet in anderhalf jaar met een inburgeringscursus gebeurd. Deze mensen hebben veel meegemaakt en hebben echt even de tijd nodig om hun plek in Nederland te vinden.'
Hij twijfelt er niet aan dat het de overgrote meerderheid van de vluchtelingen met een verblijfsvergunning gaat lukken.