Gelderse gemeenten hebben nog miljoenen aan zorggeld op de plank: hulpen en cliënten zijn woedend

Omroep Gelderland hield een steekproef onder Gelderse gemeenten. Daaruit blijkt dat gemeenten moeite hebben om alle cijfers op een rij te krijgen. Bij meerdere gemeenten moet de accountant een slag om de arm houden bij de afronding van de jaarrekening over 2015, omdat er nog onzekerheden zijn. Een aantal gemeenten verwacht nog rekeningen te krijgen van jeugdzorg. Kosten die nog fors kunnen oplopen.

Het geld dat gemeenten overhouden wordt toegevoegd aan de reserves. Tot 1 januari 2018 is het geoormerkt zorggeld. Na die datum mogen gemeenten zelf weten wat ze ermee doen.

Opvallend is dat gemeenten geld overhouden dat bedoeld is voor huishoudelijke hulp. Dit budget was door het Rijk al met 40% gekort. Toch lukt het gemeenten dus om van dit gehavende budget geld over te houden. Tot grote woede van cliënten en huishoudelijke hulpen die fors hebben moeten inleveren.

Evert Baerends (83) uit Hummelo (gemeente Bronckhorst) kreeg tot vorig jaar 6 uur per week huishoudelijk hulp. Bronckhorst bracht dat terug tot 2 uur. Toen Baerends aankondigde dat hij naar de rechter zou stappen, kreeg hij er nog een half uur extra huishoudelijke hulp per week bij. Het kon de bejaarde Hummeloër niet bekoren. Hij zette de rechtszaak door en hoopt dat de rechter volgende week Bronckhorst terugfluit. 'De wethouder moet zich diep schamen. Dit is geen beleid', laat hij weten. Zijn advocaat, Kevin Wevers uit Aalten meldt dat Bronckhorst niet de enige gemeente is 'die er een potje van maakt'. 'Het is schering en inslag. Gemeenten korten rigoureus. Er is bijna nooit sprake van maatwerk.' Wevers won al diverse rechtszaken waardoor gemeenten gedwongen werden meer uren huishoudelijke hulp beschikbaar te stellen.

Wethouder Antoon Peppelman van Bronckhorst laat weten dat zijn gemeente zich indekt tegen mogelijk kortingen op de zorg in de toekomst. 'Mensen moeten zich realiseren dat er een ander tijdperk is aangebroken. Mensen hebben geen recht meer op zorg.'

Sommige gemeenten geven aan dat ze geld overhouden, omdat van te voren onduidelijk was hoeveel cliënten daadwerkelijk zorg nodig zouden hebben. In een aantal gevallen zou een te hoge inschatting zijn gedaan.

In een reactie laat het Ministerie van Volksgezondheid weten dat het er inderdaad op lijkt dat er minder geld uitgegeven is voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Volgens een woordvoerder moeten wethouders en gemeenteraadsleden die veel minder uitgeven dan vooraf ingeschat 'goed bij zichzelf te rade gaan'. Een woordvoerder: 'Zijn we zuinig of zij we te zuinig. Te zuinig is natuurlijk nooit goed.'