Nieuws

' Het is een zee van auto's': het dorpje Ressen moet uit het verdomhoekje

RESSEN - De stiefmoederlijke behandeling van het kleine Ressen. Zo noemt de hele gemeenteraad van Lingewaard het in brieven aan alle fracties van Provinciale Staten. Er moet snel wat gebeuren vinden ze. Vooral aan de enorme herrie in het piepkleine dorpje.
De tijd dat er alleen fluitende vogeltjes te horen waren ligt al lang in het verleden van Ressen. Al voor onze jaartelling werd het gebied bewoond, maar tegenwoordig denken veel mensen bij Ressen vooral aan een knooppunt van snelwegen.

'Het lijkt wel een zee. Was het maar een zee'

Al jaren klagen inwoners van het dorpje over hoe ze omsingeld worden door oprukkende bedrijvigheid en oorverdovend lawaai van het almaar toenemende verkeer. Alle fracties van de gemeenteraad van Lingewaard roepen de Provincie nu per brief op een einde te maken aan de ellende van de mensen in Ressen. Lianne Duiven, fractievoorzitter van GroenLinks in Lingewaard, doet de brief demonstratief op de bus naast het Ressense kerkje uit de twaalfde eeuw. 'Je hoort nu echt de hele tijd het ruisen. Het lijkt wel een zee. Was het maar een zee. Het is een zee van auto's, dat is het.'

'Tachtigduizend auto's in mijn achtertuin'

Chris Meijs is geboren en getogen in Ressen. Hij woont al bijna zestig jaar in een witte boerderij waarvan de achtergevel maar enkele meters is verwijderd van het voorbij razende verkeer op de A325. 'Toen ik klein was, toen reden hier 800 auto's per dag. Dat zijn er momenteel zestigduizend per dag. En het worden er volgens de nieuwe plannen de Provincie en de gemeente Nijmegen tachtigduizend. Tachtigduizend auto's in mijn achtertuin.'

'Ressen is als het dorpje van Asterix en Obelix'

Lianne Duiven noemt het vrij uniek dat een complete gemeenteraad aan het brieven schrijven slaat naar alle Statenleden. De fractievoorzitter van GroenLinks in Lingewaard vergelijkt Ressen met het dorpje van striphelden Asterix en Obelix. 'Als je niet gaat vechten voor een plekje dan is het verloren. Dus dat doen wij, en dat doet de rest van de gemeenteraad van Lingewaard ook.'