Stoomhoutzagerij in Twello wordt belevenismuseum dankzij 78-jarige klompenmaker

Stichting Stoomhoutzagerij Wilpsche Dijk heeft daarvoor de inboedel van de oudste klompenmaker van Nederland overgenomen. De 78-jarige Bertus Roesink uit het Twentse Borne moest de zaak na 148 jaar noodgedwongen sluiten.

De klompenmaker begint op zijn oude dag aan een geheel nieuwe uitdaging, want hij is samen met zijn machines naar Twello verhuisd. 'Ik woon nu in de houtzagerij', legt Roesink uit. ´De stichting heeft mij ingehuurd om een of twee jonge klompenmakers op te leiden en te begeleiden. Die gaan straks de machines bedienen.'

De 78-jarige vertelt dat hij een jaarcontract heeft gekregen. 'Maar dat kan met vijf jaar worden verlengd', voegt hij eraan toe. 'We zien het wel.'

Volgens de geboren Tukker zat de oude stoomhoutzagerij in Twello bijna 40 jaar dicht. 'Het gebouw was helemaal verpauperd en verzakt. Met zo'n 40 vrijwilligers knappen we de boel nu op. Mijn machines komen daarbij goed van pas. Want als we een balk moeten zagen, kunnen we dat zelf doen', lacht hij.

Het belevenismuseum begint volgens de klompenmaker ook al aardig vorm te krijgen. 'We zijn bezig om alle machines op hun plek te zetten en af te stellen. Als je binnenkomt denk je nu al: wow, dit is de situatie van 100 jaar geleden.'

Want dat is het doel van het belevenismuseum; de bezoeker laten zien hoe het er vroeger aan toe ging. 'Tegenwoordig gaat het in musea allemaal met videoschermpjes', zegt Roesink. 'Ik heb gemerkt dat mensen juist geïnteresseerd zijn in het echt werk. Bij ons zie je straks hoe een stuk hout de machine in gaat en er als een paar klompen weer uitkomt.'

Het belevenismuseum aan de Wilpsedijk opent waarschijnlijk net voor Pasen de deuren. De bezoekers kunnen dan de machines bewonderen waar ook de vader, grootvader en overgrootvader van Roesink nog mee hebben gewerkt. 'Vroeger gebruikte de klompenmaker een paalmes, tegenwoordig gebeurt dat bijna automatisch. Het is interessant om te zien hoe de klompenproductie in de loop der jaren is veranderd.'

Hoewel de 78-jarige Roesink op zijn plek is in de stoomhoutzagerij, was hij liever in Borne gebleven. 'Het is wennen in Gelderland. Ik heb altijd in Twente gewoond. Daar ben ik geboren, daar ligt mijn hart.'