Nieuws

Biefstuk van een plant, niet van echt te onderscheiden

Is 'ie van echt vlees of plantaardig?
Op 1 november wordt hij officieel gepresenteerd: een plantaardige biefstuk die niet van echt vlees te onderscheiden is. Geproduceerd door onderzoekers van de Wageningen Universiteit.
WAGENINGEN - Op 1 november wordt hij officieel gepresenteerd: een plantaardige biefstuk die niet van echt vlees te onderscheiden is. Geproduceerd door onderzoekers van de Wageningen Universiteit.
Leuk, die vleesvervangers, maar meer dan gekleurde en gekruide sojablokjes die qua structuur niets van een lap vlees weghebben zijn het vaak niet. En dat is nou juist wat voedingstechnologen voor ogen hebben: het ontwikkelen van een duurzame vleesvervanger die ook voor de verstokte vleeseter een aantrekkelijk alternatief is. In Wageningen zeggen ze hem te hebben ontwikkeld: een geheel plantaardige steak die qua structuur in niets afwijkt van zijn dierlijke naamgever.
De steak, waarin enkel plantaardige stoffen zoals sojabonen zijn verwerkt, is het resultaat van de inspanningen van een onderzoeksgroep onder leiding van voedingstechnoloog Atze Jan van der Goot. Van der Goot en de zijnen ontwikkelden een technologie waarmee de vleesstructuur tot in detail kan worden nagemaakt, en nog op een energiezuinige manier ook.

Nieuwe techniek

Met de nieuwe zogeheten Shear Cell technologie kunnen met plantaardige ingrediënten vezelstructuren worden nagemaakt die resulteren in lappen 'vlees' die veel groter zijn dat de huidige vleesvervangers die het formaat van een gekruid blokje vaak niet ontstijgen.

Binnenkort in de winkel?

Wanneer de nieuwe vleesvervanger op de markt komt, is nog niet bekend. 'Ons prototype moet verder worden ontwikkeld tot het niveau dat we het op grote schaal kunnen produceren', aldus Van der Goot.
De nieuwe niet-van-echt-te-onderscheiden-plantaardige-biefstuk wordt op 1 november ten doop gehouden bij de Vegetarische Slager Fabriek in Breda, een van de partijen die betrokken is bij de ontwikkeling van de plantaardige steak. Ook de TU Delft deed mee in het project.