Nieuws

Het verhaal van Jannie, vrijwilliger van het wijkteam Overbetuwe

Het verhaal van Jannie, vrijwilliger van het wijkteam Overbetuwe
Er is veel kritiek van politiek en patiëntenorganisaties op de aanpak van de sociale wijkteams in Overbetuwe.
OVERBETUWE - Er is veel kritiek van politiek en patiëntenorganisaties op de aanpak van de sociale wijkteams in Overbetuwe.
In deze gemeente maken vrijwilligers volwaardig deel uit van het sociale kernteam. Dat betekent dat ze ook (keukentafel)gesprekken bij hulpvragers thuis voeren om in te schatten welke hulp ze nodig hebben. Jannie Degen is 64 en steekt elke week zo'n 10 uur in haar werk voor het sociale kernteam. Ze is nu een jaar lid van het team.
'Ik vind het leuk om de gesprekken te voeren. De hulpvraag komt bij het kernteam binnen en dan gaan wij op zoek naar wat er achter de vraag zit. Want iemand heeft misschien wel meer problemen dan alleen het bijhouden van het huishouden. Ik heb vroeger zelf in de zorg gewerkt en daardoor herken ik wel signalen en kan ik de mensen wel observeren.'
De belangrijkste reden voor de gemeente om vrijwilligers deel uit te laten maken van het kernteam is dat dorpsbewoners de wegen kennen in het sociale leven. 'Wij zoeken in de gesprekken altijd naar de eigen kracht. Wat kan iemand zelf doen en als ze niemand hebben die hen kan helpen dan gaan wij op zoek naar vrijwilligers. Mocht ook dat geen oplossing bieden dan schakelen we het gemeenteloket in.'
Om vrijwilliger te worden in het kernteam hoef je geen zorgachtergrond te hebben. Maar je moet wel een goed inlevingsvermogen hebben. 'De gesprekken gaan ook vaak over huishoudelijke hulp. Dat zijn vaak trieste gesprekken. Ze waarderen het als wij rustig uitleggen hoe het zit. Wij zijn het enige land waar de hulp vergoed wordt en dat leggen we ze dan ook uit. Zo'n gesprek alleen al kan helpen voor begrip.' 
Als Jannie terugkomt van een gesprek brengt ze verslag uit van het huisbezoek in het overleg van het kernteam waar ook de gemeente zich bij aansluit. Als er hulp nodig is dan geeft ze dit bij de ambtenaren van het WMO-loket aan. 'Je moet soms met goede argumenten komen, maar ik vind het belangrijk om voor de mensen op te komen.'
Ze werkt nu een jaar in het team; ze vindt het een goed idee om vrijwilligers in te zetten. 'Voordeel is dat je niet in de ambtelijke molen terechtkomt, maar dat je meteen iets op kan pakken. Binnen een paar dagen moet iets geregeld zijn. Als ik inwoners kan helpen dan sta ik voor ze klaar. Ik vind het heel nuttig.'
Aangezien de vrijwilligers kennis hebben van alle casussen in de gemeente, moeten ze een geheimhoudingsclausule tekenen. Want juist als je elkaar kent in een dorp is het belangrijk om de privacy van de inwoners te garanderen.
Het ons-kent-ons kan ook een gesprek in de weg zitten zegt ouderenbond ANBO. Woordvoerder Léonie Sazias: 'Het kan bezwaarlijk zijn dat mensen elkaar in kleine gemeenten kennen waardoor cliënten wellicht niet volledige openheid geven en waardoor wellicht niet de juiste zorg wordt verleend.'
Jannie is zich bewust van haar rol als dorpsbewoner. 'Ik ken heel veel mensen. Waar ik ook naar toe ga, vraag ik altijd of ze mij willen hebben. Ik zet ze niet voor het blok. En als ik iemand ken die zich met een schuldprobleem meldt dan zeg ik ook dat ik dat gesprek niet wil doen. Als het te ingewikkeld wordt dan laat ik het aan de professional over. Omdat ik in de zorg heb gewerkt, ben ik bekend met geheimhouding. En de boete is zo hoog dat ik het wel uit mijn hoofd haal om iets naar buiten te brengen. Ik ben daar heel zorgvuldig in.'