Nieuws

'Jos Kamerbeek was een fanatieke kerel'

'Jos Kamerbeek was een fanatieke kerel'
De dood van juwelier Jos Kamerbeek uit Nijmegen schokt juweliers in Gelderland.
NIJMEGEN - De dood van juwelier Jos Kamerbeek uit Nijmegen schokt juweliers in Gelderland.
De juweliers reageren op de plotselinge dood van de markante Nijmegenaar. Kamerbeek kampte al langer met hartproblemen. Zaterdagochtend overleed hij op 68-jarige leeftijd.
Juwelier Hans Aalbers typeert Jos Kamerbeek als een fanatieke, felle kerel met het hart op de tong. 'Hij was een juwelier in hart en nieren.' Ook Robert Nuse noemt Kamerbeek een markante man in de juwelierswereld. Maar hij denkt dat de lol voor het vak na meerdere overvallen is uitgemond in verbitterdheid.

Overvallen

Kamerbeek werd in zijn carrière acht keer overvallen. Bij de eerste overval werd hij in de borst geschoten en kreeg zijn vrouw een pistool op haar hoofd. Bij de laatste overval in april 2011 werd Kamerbeek door de overvallers in een bouwput geduwd. Hij liep daarbij een dwarslaesie op. Daarna besloot Kamerbeek geen jonge allochtonen meer toe te laten in het juweliershuis. 

Verbitterd

De juwelier raakte volgens collega Robert Nuse met name verbitterd over de rechtspraak. De mannen die hem in de borst schoten, kregen niet meer dan een paar maanden gevangenisstraf. In veel andere gevallen werd nooit een dader gepakt. Eén van de drie daders van de overval uit 2011 kwam onlangs op vrije voeten omdat zijn zaak in hoger beroep te lang duurde voordat die definitief beoordeeld zou kunnen worden. Kamerbeek kon daar geen goed woord voor opbrengen.

Stoppen

In november 2014 maakte Jos Kamerbeek bekend dat hij en zijn vrouw hadden besloten de zaak 'vanwege de criminaliteit' van de hand te doen. Na 260 jaar komt daarmee een eind aan de Kamerbeek-dynastie in de juwelierswereld. Zelf kon de juwelier om gezondheidsredenen niet meer verder met de zaak, zijn vrouw durfde niet meer in de zaak te komen en opvolgers had hij niet. In het programma Dossier GLD van Omroep Gelderland concludeerde hij zelf  'dat niets voor de eeuwigheid is'.