Landbouwgif doodt spreeuw en zwaluw

Dat blijkt uit onderzoek van biologen van de Radboud Universiteit in Nijmegen en Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Volgens de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Nature is het voor het eerst dat er een verband is aangetoond tussen de teruggang van vogels en de concentratie imidacloprid. Dit bestrijdingsmiddel wordt veel gebruikt in de landbouw, sinds 1995 is in het Nederland. Zaden en bollen worden ermee behandeld en gewassen in de open lucht en in kassen worden ermee bespoten. Het middel werkt in op het centraal zenuwstelsel van insecten. Ze raken gedesoriënteerd, verlamd en sterven. Het middel werd al verantwoordelijk gehouden voor de massale bijensterfte van de afgelopen jaren.

Als de hoeveelheid imidacloprid in sloten en andere wateren boven de 20 nanogram per liter komt, nemen de vogels in aantal af. In gebieden met een hogere concentratie, en dat komt volgens de onderzoekers veel voor in Nederland, is bij de 15 onderzochte vogelsoorten sprake van een afname van gemiddeld 3,5 procent per jaar. 

De onderzoekers weten nog niet hoe het precies kan dat het aantal vogels terugloopt. Het kan komen door een gebrek aan insecten, doordat vogels vergiftigde insecten eten of een combinatie van beide. Ook kan niet worden uitgesloten, zeggen de onderzoekers, dat een klein aantal direct wordt vergiftigd door het eten van behandeld zaad.

De 15 onderzochte vogelsoorten zijn bosrietzanger, rietzanger, kleine karekiet, veldleeuwerik, graspieper, geelgors, spotvogel, boerenzwaluw, gele kwikstaart, ringmus, fitis, roodborsttapuit, spreeuw, grasmus, grote lijster.