Nieuws

1944: Joodse onderduikers geliquideerd door verzet

Huis Molecaten - foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via Wikimedia Commons
Op 4 januari 1944 ontdekken de Duitsers een onderduikershut in de bossen van landgoed Molecaten bij Hattem. De Joodse onderduikers die in de hut wonen, zijn op dat moment niet aanwezig en ontspringen de dans, maar drie-en-een-halve maand later worden ze alsnog doodgeschoten. Door het verzet.
HATTEM - Op 4 januari 1944 ontdekken de Duitsers een onderduikershut in de bossen van landgoed Molecaten bij Hattem. De Joodse onderduikers die in de hut wonen, zijn op dat moment niet aanwezig en ontspringen de dans, maar drie-en-een-halve maand later worden ze alsnog doodgeschoten. Door het verzet.
De Joodse Abraham van Gelder en zijn vrouw Elisabeth van Gelder-Bakker duiken in 1942 samen met hun kinderen onder in een hut in de bossen van landgoed Molecaten bij Hattem. Op hetzelfde terrein zitten nog twee andere Joodse families ondergedoken. De Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers zorgt voor de voedselvoorziening. Omdat het landgoed vlakbij de IJssellinie ligt, zijn veel Duitse eenheden in de buurt gelegerd. Op 4 januari 1944 houden ze een militaire oefening in het bos. Het gezin Van Gelder verlaat uit voorzorg hun onderkomen, maar de hut wordt toch ontdekt. De Duitsers zien meteen dat de hut bewoond wordt, maar de burgemeester van Hattem weet een Duits onderzoek te voorkomen. 

Gevaarlijk gedrag

Abraham en Elisabeth ontspringen de dans, en mogen na het incident weer terug naar de hut, maar hun kinderen worden door de ondergrondse op een andere plek ondergebracht. Het gezin Van Gelder staat bij het verzet namelijk bekend om hun riskante gedrag, ze zijn zich, zo lijkt het, niet altijd bewust van de risico's die ze als onderduiker lopen. Ze houden zich niet aan de regels die zijn afgesproken om ontdekking te voorkomen en de kinderen gaan steeds naar buiten. Dat is te gevaarlijk en daarom worden ouders van hun kinderen gescheiden.
Het is eenzaam in het hutje en Abraham en Elisabeth hebben de hele dag niks om handen. Ze zijn gespannen, missen hun kinderen verschrikkelijk en willen ze koste wat kost terug krijgen. Vooral Elisabeth kan het, ondanks vele waarschuwingen, niet laten haar kinderen te bezoeken, waarmee zij niet alleen haar eigen leven, maar dat van alle betrokkenen in gevaar brengt. De ondergrondse is bang voor verraad door het riskante gedrag van het echtpaar en belegt een vergadering op 22 april 1944. Men besluit dat het echtpaar van Gelder geliquideerd moet worden, ze vormen een té groot gevaar voor de veiligheid van alle betrokkenen. Diezelfde nacht wordt het vonnis voltrokken in de bossen van het landgoed. Hun lichamen worden in het bos begraven. Na de oorlog zijn hun stoffelijke overschotten overgebracht naar de Joodse begraafplaats in Hattem.