Nieuws

Idyllisch vennetje verandert in vissenkerkhof

In de vroege ochtend kan de toevallige wandelaar alleen maar genieten van de prachtige natuur bij het Wijchense ven. Aalscholvers, reigers en .... zijn dat twee visarenden? Die zou je hier niet zo snel verwachten. De zon schijnt idyllisch tussen de bomen in het water. Hier zijn mooie plaatjes te schieten, maar in de vroege ochtend is er nog geen fotograaf te zien. Het is stil. © Omroep Gelderland
WIJCHEN - In de vroege ochtend kan de toevallige wandelaar alleen maar genieten van de prachtige natuur bij het Wijchense ven. Aalscholvers, reigers en .... zijn dat twee visarenden? Die zou je hier niet zo snel verwachten. De zon schijnt idyllisch tussen de bomen in het water. Hier zijn mooie plaatjes te schieten, maar in de vroege ochtend is er nog geen fotograaf te zien. Het is stil.
Ondanks het uitzicht is het toch verstandig om niet te dicht bij het water te komen. Want daar liggen honderden dode vissen op de kant. Veel zijn van een beperkt formaat: niet groter dan een centimeter of vijf. Maar tussen de bootjes van de visvereniging liggen ook grotere exemplaren: snoeken en karpers van meer dan 55 centimeter. Het is een triest gezicht, al die half verrotte vissen met hun kapotte oogjes. Maar vooral de lucht die de kadavers verspreiden is niet te missen. Aan de waterkant is de lucht het ergst en de argeloze wandelaar kan niets anders doen dan terugdeinzen.

'Een dag later was alles dood'

Henk Jansen woont al zijn hele leven in de buurt van het Wijchense ven. 'Ze noemden mij ook wel van der Ven.' Hij zag het zondag al misgaan: 'Ik zag honderden kleine visjes aan de kant naar adem happen. Ik dacht nog: ga toch gewoon zwemmen. Een dag later was alles dood '
Er komen nog meer omwonenden een kijkje nemen. Hoe lang ze hier ook wonen: dit hebben ze nog nooit gezien in hun ven. Zelfs niet toen de verffabriek nog regelmatig wat afvalwater loosde op het ven. Oude verhalen worden opgerakeld, herinneringen gedeeld. En er wordt wat honend gesproken over de visvereniging die altijd klaagt dat er te weinig vis zit in het ven. 'Nu kan je zien hoeveel vis er eigenlijk inzat; gek dat ze die nooit hebben gevangen.'

Zeven containers vol met vissen

Als ieder zijn weg weer gaat komt plotseling het bootje van het waterschap aangevaren. Drie man varen langs de kanten van de plas om de dode vissen uit het water te harken. Bij de dam hebben ze al zeven containers vol opgehaald. De achtste kliko is al snel vol. Een vette karper van bijna 80 centimeter kost wat moeite; het bootje helt vervaarlijk over.
De mannen in het bootje hebben dit ook nog nooit gezien: volgens deskundigen is de lage waterstand de oorzaak van een tekort aan zuurstof. Van de stank hebben zij geen last meer: zo gaan zij op in hun werk. Alleen als de verslaggever nog even een volle container opent voor het plaatje, doen ook zij een stapje terug. De zon krijgt genoeg kracht en versnelt de rotting.
Aan de andere kant van het ven wordt ondertussen een begin gemaakt met het pompen van extra zuurstof in het water. Maar voor veel vissen is dat te laat.