Nieuws

Analyse: Praatclub bezorgde NEC degradatie

Ton van Gaalen, Edwin de Kruijff en Bart van Ingen
Het is lastig om de vinger op de zere plek te leggen na de degradatie van NEC. Maar bij de onduidelijkheid over wie nu echt verantwoordelijk is, ligt tevens de oorzaak van alle ellende. © Broer van den Boom
NIJMEGEN - Het is lastig om de vinger op de zere plek te leggen na de degradatie van NEC. Maar bij de onduidelijkheid over wie nu echt verantwoordelijk is, ligt tevens de oorzaak van alle ellende.
NEC leek afgelopen seizoen vooral een praatclub. Er beslissen heel veel mensen mee over het beleid, maar als het erop aan komt, wordt er alleen maar naar elkaar gewezen. Dan krijgt algemeen directeur Bart van Ingen de schuld. Of technisch manager en later technisch adviseur Danny Hoekman, die zich niet aan de afspraken rond zijn functie zou hebben gehouden. Of de inmiddels ontslagen trainer Peter Hyballa, die teveel onrust zou hebben veroorzaakt. Of extern adviesbureau Futuralis. Of de investeerders en dan met name Marcel Boekhoorn (foto) en Harold Bons, die ontevreden zijn over het niet opstellen van spelers die zij hebben gefinancierd.
Het onderlinge moddergooien is al het hele seizoen bezig en gebeurt vooral off the record en iedereen probeert zijn eigen straatje schoon te vegen. En zal ook nog wel even doorgaan, want niemand neemt de schuld op zich na dit voor de club rampzalige seizoen.

De structuur van NEC

Die is in de loop der jaren flink veranderd. Vroeger was de voorzitter het boegbeeld van de club. Na het vertrek van Hans van Delft werd het overgenomen door Vincent Paes, maar na diens voortijdige vertrek werd besloten dat de algemeen directeur voortaan het uithangbord van NEC zou worden. Dat werd Jacco Swart en in 2013 kwam Bart van Ingen op die positie terecht. Er was in die fase nog wel een technisch directeur die verantwoordelijk was voor het spelersbeleid: Carlos Aalbers en na zijn ontslag Edo Ophof. Na de degradatie werd die functie geschrapt en werd er een technisch hart gecreëerd, van waaruit de voetbalzaken voortaan werden besloten.

Technisch hart

In dat orgaan zaten vertegenwoordigers van de clubleiding, de investeerders, de scouting, de technische staf en het externe bureau Futuralis, dat adviseerde bij het aan-en verkoopbeleid van de club. Niet iedereen had stemrecht. De eerste anderhalf jaar functioneerde het technisch hart naar behoren. NEC was slagvaardig op de transfermarkt en werd met vlag en wimpel kampioen van de eerste divisie. En vervolgens werd een selectie samengesteld die verrassend meedraaide in de subtop van de eredivisie en uiteindelijk als tiende eindigde. Het eerste probleem ontstond toen trainer Ernest Faber opstapte, mede door een conflict over het al dan niet opstellen van clubtopscorer Christian Santos. De trainer stapte daarop uit het technisch hart.

Danny Hoekman

Mede naar aanleiding van de situatie met Faber werd besloten dat NEC een technisch manager moest aanstellen. Dat werd voormalig speler Danny Hoekman. Die kreeg ook een stem in het technisch hart. En daarmee begonnen de eerste problemen, want er ontstond onderlinge onenigheid over het aankoopbeleid.  Hoekman kwam al snel in conflict met de clubleiding, omdat hij zijn functie anders zou invullen dat was vastgelegd. Tijdens de voorbereiding was het chaotisch en trainer Peter Hyballa luidde de noodklok, wat hem weer niet in dank werd afgenomen. In de laatste week voor de competitie werden er nog spelers ingepast en ook vlak voor het sluiten van de transferwindow moest NEC weer zaken doen. Ondertussen werd de situatie tussen name Hoekman en Futuralis onwerkbaar. Het bureau zegde in augustus het contract met NEC op en de technisch manager werd in september op non-actief gesteld. Hij keerde later terug in een onduidelijke functie als technisch adviseur, maar na kritische uitlatingen in de media werd hij ook uit die functie ontheven. Binnen diverse geledingen als de club geldt de eigenwijze Hoekman als de boeman, maar de voormalige linksbuiten liep intern ook tegen muren aan. En dat uitte hij nadrukkelijk.
Hoekman constateerde dat gezelligheid belangrijker was dan professionaliteit en ergerde zich aan zijn beperkte bevoegdheden. Hij droeg spelers aan, maar binnen het technisch hart werden die vaak weggehoond. Zijn opvolger die in november begon, Edwin de Kruijff, stuitte deels op dezelfde problemen als Hoekman. Binnen de club was er tevredenheid over zijn functioneren van De Kruijff, die in tegenstelling tot zijn voorganger totaal niet voor onrust zorgde. Hij gaf wel aan dat hij liever als technisch directeur zou werken en vond het vreemd dat hij met investeerder Harold Bons technische zaken moest bespreken. Maar de clubleiding deed concreet niets om dat te veranderen.

Financiële beperkingen

Een ander precair probleem was het beperkte spelersbudget. Dat nam nog met enkele tonnen af, omdat de clubleiding besloot dat NEC uit categorie 1 van de KNVB wilde komen in november, wat betekende dat de club niet langer onder curatele van de voetbalbond zou staan. Daardoor was er minder ruimte om nieuwe spelers te halen en door de onderlinge onenigheid binnen het technisch hart, kwamen de gewenste versterkingen te laat of helemaal niet. Dit met name tot ergernis van adviesbureau Futuralis, dat zich ook vanwege kritiek in de media terugtrok.
Ook trainer Peter Hyballa stoorde zich aan de situatie, omdat zijn selectie lange tijd incompleet en uit balans was. Hij kwam met spelers uit zijn eigen netwerk, die eerder al in het technisch hart waren afgekeurd. De versterkingen in de winterstop hadden dat op moeten lossen, maar Ali Messaoud, Lorenzo Burnet en Jordan Larsson bleken alle drie niet direct volledig inzetbaar en konden later ook degradatie niet voorkomen.

Onrust rond Hyballa

De Duitse trainer was binnen de club ook al snel omstreden. Vanwege zijn kritiek, die hij intern maar ook via de media uitte, kreeg hij reprimandes vanuit de clubleiding. Het technisch hart was volgens Hyballa een log orgaan en hij vond het onbegrijpelijk dat er geen technisch directeur verantwoordelijk was voor het transferbeleid. Meerdere keren dreigde er een ontslag. Een hele slechte reeks na de winterstop brak hem uiteindelijk op.

Van Ingen als boegbeeld

In de structuur van NEC zou algemeen directeur Bart van Ingen dus het boegbeeld van de club zijn. Die taak vervulde hij in zijn eerste jaren met verve. Van Ingen liep niet weg voor lastige situaties en zocht ook nadrukkelijk het contact met de supporters van NEC. Hij was ondertussen bezig om de belabberde financiële positie van de club te verbeteren en slaagde daarin door NEC uit categorie 1 te loodsen.
Ook was hij het aanspreekpunt over technische zaken namens het technisch hart. Dit veranderde na de komst van Hoekman. Van Ingen verdween steeds meer naar de achtergrond, terwijl hij als enig directielid wel statutair verantwoordelijk bleef. Toch distantieerde hij zich van het technisch beleid. Hij behield wel de steun van de Raad van Commissarissen en voorzitter Ton van Gaalen, die het verlengstuk is van de invloedrijke investeerders van de club. Maar zijn verminderde positie als boegbeeld bleek vooral na de verloren wedstrijd tegen Excelsior, toen woedende supporters de uitgang van stadion De Goffert blokkeerden. Normaliter zou Van Ingen naar buiten zijn gegaan om de situatie te sussen, maar dat werd hem uit veiligheidsoverwegingen afgeraden. In de laatste weken van het seizoen trad de directeur ook nauwelijks meer naar buiten en zijn vertrek lijkt nu onvermijdelijk.

Waar ging het verkeerd?

NEC sprak voor het seizoen de realistische doelstelling "handhaving in de eredivisie" uit. Lange tijd leek dit moeiteloos te lukken, maar uiteindelijk ging het toch falikant mis. De oorzaak ligt op het veld, want de selectie was onevenwichtig en onervaren en ontbeerde natuurlijke leiders en scorende spelers. Aanvankelijk haalde trainer Hyballa er het maximale rendement uit, onder meer door zijn spelers heel fit te krijgen met intensieve trainingen. Maar met name het afronden bleek een probleem. En vooral daardoor werden enkele onnodige nederlagen geleden en viel NEC vanuit een schier veilige positie in de middenmoot terug naar de degradatiezone.

Praatclub

De verantwoordelijkheid werd door niemand genomen. Veel partijen claimen het aanvankelijke succes en de doorbraak van een talent als Ferdi Kadioglu, maar voor het geheel draaft niemand op. Er wordt vooral gewezen naar anderen. Naar Hyballa die te impulsief was, naar Hoekman die te eigenzinnig was, naar Van Ingen die zich niet echt meer manifesteerde, naar de geldschieters die zich teveel met de aankopen bemoeiden, naar Van Gaalen die de hand op de portemonnee hield, naar Futuralis dat teveel invloed had. Maar al deze partijen zaten met elkaar aan tafel in het technisch hart van de club. Daarin was in de fase dat de selectie moest worden samengesteld vooral onenigheid. En door deze praatclub die niet meer slagvaardig was, ging het mede verkeerd dit seizoen. De meesten wijzen naar anderen als de schuldvraag moet worden beantwoord, maar ze zaten er allemaal zelf bij: in het technisch hart, dat getroffen werd door meerdere infarcten die de club uiteindelijk fataal werden.