Nieuws

Wachtlijsten en meer bureaucratie, nieuwe jeugdzorg is nog geen succes

ARNHEM - Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, hoe staat het er nu voor? Er zijn grote regionale verschillen en de bureaucratie is enorm, zeggen deskundigen.
'Jongeren in de gemeente Berkelland die psychische hulp nodig hebben, komen op een wachtlijst van zo'n drie maanden. In de gemeente Arnhem is die wachtlijst maar een paar weken. Er zijn grote regionale verschillen.' Dat zegt Michiel Bosman van Dokter Bosman, een GGZ-instelling, vandaag in het TV Gelderland programma In GLD Live. Volgens hem is 9 maanden na de decentralisatie van de jeugdzorg naast de wachtlijsten, ook de toenemende bureaucratie een groot probleem. 
Annet van Zon van jeugdzorginstelling Lindenhout is het met Bosman eens. 'Er gaat momenteel veel geld naar de bureaucratie, naar het inrichten van het stelsel, en veel minder naar de zorg. Alle routines zijn verdwenen, ouders weten niet waar ze moeten aankloppen voor hulp en het is de vraag of er voldoende expertise zit in de wijkteams. Ook is er niet altijd een goede verbinding tussen huisarts en wijkteams.'

Wachtlijsten omzeilen

Volgens Bosman worden de grootste problemen veroorzaakt door de kortingen op het budget van gemeenten. 'Het probleem is dat de efficiency die over een paar jaar gehaald zou kunnen worden nu al ingeboekt is.' Hij zegt dat ouders van kinderen die psychische hulp nodig hebben en de wachtlijsten willen omzeilen behandelingen vaker uit eigen zak betalen, of een werkgever hebben die een bijdrage wil leveren in de kosten.
'Er worden meer kinderen in crisis aangemeld en er wordt ook vrij snel naar zwaardere vormen van zorg gegrepen', aldus Van Zon. 'We weten niet precies waarom, maar mogelijk is zorg te laat voorhanden. Kinderen krijgen hulp, maar of het precies de juiste hulp is dat weten we eigenlijk nog niet.'

Beter communiceren

Volgens Van Zon is er veel winst te halen uit een betere samenwerking en communicatie tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de verschillende organisaties in de jeugdzorg. Die zouden er voor moeten zorgen dat er minder regels komen.