Nieuws

Drones, leuk speelgoed of een gevaar in de lucht?

HARDERWIJK - Bijna-botsingen tussen vliegtuigen en drones, zoals in mei 2013 boven Harderwijk, zijn gelukkig nog steeds zeldzaam, maar het aantal incidenten neemt wel toe. Dat stelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in een dinsdag gepubliceerd rapport.
Onbemande van afstand bestuurde luchtvaartuigjes, in de volksmond bekend als drones, worden steeds populairder. Voor een paar tientjes koop je er al een in de speelgoedwinkel en een professioneler ogende Jamara Q-drohne AHP Quadrocopter + Camera kost bij een bekende internetwinkel net geen 130 euro. Uiteraard zijn er nog (veel) duurdere exemplaren, maar het geeft aan dat wie zich even piloot-op-afstand wil voelen geen dikke beurs hoeft te hebben.
Een goed pilotengevoel is wel een voorwaarde, getuige incidentele krantenberichten en oproepen op lantaarnpalen van sneue drone-eigenaars die hun speeltje tijdens een vlucht ineens in de verte zagen verdwijnen. Foetsie weg. En dan zijn er natuurlijk de leuke blooperfilms. Bijvoorbeeld van een bruiloft waar een gast met een drone een huwelijk wil filmen, maar het toestelletje in een duikvlucht het kersverse bruidspaar torpedeert.

Bijna-botsingen

De - letterlijke - vlucht die de toestelletjes de laatste jaren nemen, is een bron van zorg van de ILT. Waren er in 2012 nog 8 incidenten, in 2013 waren dat er 15 en in 2014 27. In een aantal gevallen ging het om bijna-botsingen, zoals in mei 2013 boven Harderwijk waar een lestoestel op 1400 meter hoogte een drone zag langsflitsen. Tijd om uit te wijken was er niet meer, aldus de instructeur. Het scheelde meters.
Het incident bij Harderwijk wordt zo serieus genomen dat het wordt onderzocht door de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Wie de drone bestuurde is tot op heden niet bekend.

Alleen vliegen met ontheffing

Overigens maakt de inspectie een onderscheid tussen twee vormen van gebruik. De recreatieve, waarbij met (model)luchtvaartuigen tot en met 25 kilo wordt gevlogen, en professionele met een gewicht tot 150 kilo. Deze toestellen worden aangeduid met de afkorting RPAS (Remotely Piloted Aircraft Systems). Voor het vliegen met RPAS is een ontheffing nodig van de inspectie. Dergelijke drones worden onder meer gebruikt voor professionele luchtfotografie en inspecties.
Kijkend naar de 27 meldingen in 2014 hadden er negen betrekking op modelvliegtuigjes en twaalf op professionele drones (RPAS). In negen gevallen was niet duidelijk welk type drone bij het incident betrokken was. Veel incidenten waren eenzijdig: bijvoorbeeld een crash van de eigen drone. Die crashes gebeurden binnen de voorgeschreven veiligheidszone, waarbij een afstand in acht moet moet worden genomen van 150 meter tot mensen, wegen en gebouwen.

Geef elkaar de (lucht)ruimte

De meeste incidenten met drones gebeurden op plekken in het luchtruim waar geen toestemming nodig is van de luchtverkeersleiding nodig is om te vliegen. Volgens de inspectie zijn niet alle privévliegers ervan op de hoogte dat ook drones in dit luchtruim mogen vliegen. Omgekeerd ziet de inspectie ook 'nieuwsgierigheid' bij piloten van privévliegtuigen en helikopters die 'een kijkje gaan nemen' als ze zien dat ergens met drones wordt gevlogen. Ook dat levert risico's op, zegt de inspectie.
Die benadrukt dat een goede voorbereiding en goed uitkijken van groot belang is als gevlogen wordt met drones. Zorg dat het materiaal in orde is, neem geen risico's, controleer vooral of alles functioneert, geef als dronebestuurder voorrang aan het overige luchtverkeer en vlieg met een recreatief gebruikte drone alleen op een modelvliegterrein, zijn enkele van de aanbevelingen.

'Onbewust onbekwaam'

Volgens de DARPAS, de Nederlandse vereniging van bedrijven die met drones vliegen, zijn de brokkenpiloten vaak mensen die vliegen op plekken waar dat niet mag of die de grenzen opzoeken en overschrijden om te zien wat hun toestel allemaal kan en niet kan. 'Onbewust onbekwaam', aldus voorzitter Van Nieuwland,
Volgens hem is het aantal drones in Nederland gestegen van zo'n 10.000 in 2012 naar zo'n 100.000 nu. Als je daar de stijging van het aantal incidenten tegen afzet, is het volgens Van Nieuwland veiliger geworden. Bedrijven nemen volgens hem geen risico's: 'Dan ben je je bedrijf kwijt. Maar er zijn altijd sukkels die niet weten waar ze mee bezig zijn. Die denken: ik woon in Buitenveldert, ik ga lekker aan de slag vlak voor een startbaan van Schiphol. Iemand gaat heel leuk proberen mee te vliegen met een Boeing. Dat is levensgevaarlijk.'

'Beter informeren over de regels'

Van Nieuwland pleit voor meer voorlichting van de kant van de overheid. 'Je pakt mensen niet met een bekeurinkje van 250 euro', Volgens hem moeten de regels meer bekend worden: 'Je mag maar tot 120 meter hoogte vliegen. Je moet de drone altijd kunnen zien, je mag het toestel niet uit het oog verliezen. Daarom mag je ook niet achter bomen of huizen gaan. Bij dichte mist of zware bewolking mag je niet vliegen. En het is niet verstandig om bij harde wind de lucht in te gaan.'
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op dit bericht? Mail dan met de redactie: omroep@gld.nl